www.ad.nlKlimkomeet uit de Achterhoek
Door LÉON DE KORT
VARSSEVELD - Het zijn mooie tijden voor de ouders van een zoon die wel heel hard bergop kan fietsen. Zó mooi dat Dick Gesink er zichzelf afgelopen zaterdag op betrapte dat hij schor was geworden van het schreeuwen.
Dat is hem nooit eerder overkomen. ,,Ik moedig Robert natuurlijk wel vaker aan, wanneer ik langs het parkoers sta te kijken, maar op de Redoute heb ik me echt laten gaan. Dat mocht ook best, niet? ’t Was toch mooi wat die jongen daar liet zien,’’ zegt de vader van de pas 21-jarige coureur.
Robert Gesink is lang, rank, pezig en wordt nu al nagewezen als het grootste klimtalent dat er ooit in Nederland is gesignaleerd. De tijd zal uitwijzen of de nuchtere Achterhoeker zich inderdaad tussen de wereldtoppers nestelt; feit blijft dat zijn recente daden bij de niet al te verwende vaderlandse wielerfans een geestdrift ontketent die alleen is waargenomen gedurende de topjaren van Zoetemelk en het duo Theunisse/ Rooks. Maar het lijkt al eeuwen geleden dat die mannen moeiteloos omhoog dansten en de concurrenten pijn deden tot in hun ziel.
Gesink lacht. Kijkt eens opzij naar zijn vriendin Daisy met een blik van ‘Ik kan het ook niet helpen dat iedereen mij nu ineens op dat voetstuk plaatst’. Hij moet er eigenlijk niets van hebben. ,,Ik ben al drie dagen aan het verkondigen hoe mooi de ritzege in de Ronde van België was, terwijl ik met de Dauphiné Libéré bezig moet zijn. Dít was niet het plan. Afgelopen maandag was het een beetje feest. Ik had een taartje meegebracht, we dronken een glaasje en daarna zou alles weer normaal zijn. Trainen, rusten, voorbereiden. Ik vind de aandacht van de pers heel leuk, hoor. Ik sta alleen liever niet te lang stil bij iets wat is geweest.’’
De komende week wacht hem een hemels decor. De Franse Alpen én de beklimming van de mythische ’moordenaar’ van de Provence, de Mont Ventoux, bepalen het menu van de tot dusver zwaarste opdracht die de blonde renner krijgt te verstouwen. ,,Ik kan een lange klim redelijk aan,’’ zegt hij droogjes.
,,Ja, wat moet ik dan zeggen? Zoveel beroemde bergen heb ik nog niet gezien. En als ik mijn klimmerscapaciteiten train, doe ik dat op de Posbank (nabij Rhenen, red.). Dat is niet echt vergelijkbaar, hè.’’
Geen stoere taal, zoals generatiegenoot en flapuit Thomas Dekker graag bezigt; wel een realistische kijk op de stormachtige ontwikkeling van zijn carrière. Dat de wereld niet vergeet dat Gesink twee seizoenen geleden nog ‘gewoon’ deel uitmaakte van de ploeg Löwik-Van Losser, een continentale ploeg. Om vervolgens het jaar nadien dankzij spraakmakende zeges in de Settimana Ciclistica Lombarda en het Circuito Montañes - behaald in het shirt van het opleidingsteam van Rabobank - onmiddellijk door te stoten naar de ProTour-rangen.
,,Al was ik klaar voor die stap, het blijft vreemd wanneer je op dat niveau belandt. Je bent bang voor die koersen, die zoveel lastiger zijn dan wat je gewend was. De Waalse Pijl was mijn debuut in de ProTour. Natuurlijk wilde ik er daar het maximale uit halen. Ik schrok op de Muur van Hoei dat ik in de slotmeters Oscar Freire zelfs nog voorbij stak. De ploeg had hem naar de voet van die berg moeten loodsen. En toch passeerde ik hem nog. Nee, het is niet logisch in je eerste ProTour-race te zeggen: zet mij maar even vooraan af aan de Muur. Achteraf denk je wel eens waar je zou zijn geëindigd. Nu was ik al negende…’’
Hele volksstammen in het profpeloton zouden watertanden bij zon resultaat. Voor Gesink is die uitslag niets anders dan een bevestiging van het vermoeden dat hij voorlopig zal doorgroeien. ,,Ik denk dat ik met dit lichaam nog genoeg kan.’’
Hij is, al gruwt-ie van de typering, het kroonjuweel van de bank. Erik Dekker typeerde hem afgelopen zaterdag zo, na de gave demonstratie in de Ardennen. ,,We zijn met Gesink aan iets heel unieks bezig. Ik denk dat hij de enige is voor wie we een heel uitgekiend programma hebben opgesteld waarin voldoende rustmomenten zitten. En het écht bijzondere is dat we, hoe goed hij ook kan presteren in bepaalde koersen, daar niet van afwijken.’’
Gesink: ,,Ben ik daarom een kroonjuweel? Ik vind het gevaarlijk als iedereen steeds herhaalt dat het zo goed gaat, dat je de nieuwe, Nederlandse Tourwinnaar bent. Op een gegeven moment ga je zelf nog denken: Ik ben gigantisch goed.’’
Rabo behandelt hem wel als een kroonjuweel, merkt hij (na enig aandringen) op. ,,Ik vind het top zoals ze dit deel van mijn loopbaan uitstippelen. Ik hoef alleen de wedstrijden te rijden waarin mijn kwaliteiten tot hun recht komen. Daar heeft Nico Verhoeven (ploegleider van de beloftenploeg, red.) zich hard voor gemaakt. ‘Zorg dat Robert een uitstekend programma heeft en niet als 28ste coureur overal wordt ingepast waar behoefte is aan een vent’, zei hij. Dat wordt perfect nageleefd.’’
Op weg naar de top. Op weg naar een evenaring van de levende legende Joop? ,,Zet daar maar een groot vraagteken achter,’’ zegt Gesink met een glimlach. ,,Dat is zo ver weg. Ik heb nog nooit een koers van meer dan negen dagen gereden. Eerst de Dauphiné. Ik kom net kijken.’’
Het gesprek valt even stil. Dan: ,,Al heb ik er geen problemen mee, hoor, om de Tour te winnen, haha.’’
www.ad.nlVoorlopige Tourselectie Rabobank
RIJSWIJK - Ploegleider Erik Breukink heeft vrijdag de voorlopige selectie voor de Tour de France bekendgemaakt.
Dertien wielrenners van de Rabobankploeg maken een kans om op 7 juli in Londen aan de start te staan van de belangrijkste etappekoers van het jaar.
Rond de Nederlandse kampioenschappen op de weg (1 juli) wordt duidelijk welke vier coureurs zullen afvallen.
Op de voorlopige lijst prijken de namen van zes Nederlanders: Michael Boogerd, Bram de Groot, Thomas Dekker, Theo Eltink, Koos Moerenhout en Pieter Weening.
Ook de Spanjaarden Juan Antonio Flecha, Oscar Freire en Pedro Horrillo maken deel uit van de voorlopige selectie, net als de Rus Denis Mentsjov, de Australiër Mathew Hayman, de Duitser Grischa Niermann en de Deen Michael Rasmussen.