AJAX 125 Jaar

Alles over Ajax in z'n algemeenheid.

Moderator: mods

Plaats reactie
Gebruikersavatar
999
Berichten: 60829
Lid geworden op: do sep 25, 2003 6:53 pm

AJAX 125 Jaar

Bericht door 999 » wo mar 19, 2025 7:28 am

Jordi vertelt over de onverwoestbare band tussen zijn vader Johan en de club
’Ajax en Cruijff zijn altijd één’

Jordi Cruijff over zijn vader Johan en Ajax: „Als je drie of vier keer terugkomt bij een club, dan weet je gewoon: dat is wederzijdse liefde.”FOTO’S ANP/HH
door Mike Verweij
Als je drie of vier keer terugkomt bij een club – als speler, een soort technisch directeur, trainer en om via de Fluwelen Revolutie Ajax weer op koers te krijgen –, dan weet je gewoon: dat is wederzijdse liefde. Die onverwoestbare band is ontstaan toen mijn vader 12 was en zijn vader, mijn opa, op 45-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartstilstand overleed. Ze zeggen weleens dat je in slechte tijden je vrienden leert kennen. Ajax hielp mijn vader elke keer overeind als hij was gevallen en werd samen met FC Barcelona zijn beste vriend. Ajax en Cruijff zijn altijd één.

Door de dood van zijn vader stond zijn hele leven op zijn kop en veranderde de familiesituatie volledig. De groentewinkel ging dicht en zijn moeder stond er met twee kinderen alleen voor. Op die jonge leeftijd je vader verliezen, kan je leven op een heel negatieve manier veranderen en ervoor zorgen dat je de balans kwijtraakt. Maar Ajax heeft hem goed opgevangen, voelde in die moeilijke fase als een tweede huis waar hij altijd terecht kon en werd de rode draad in zijn leven. Een voetballer die de top haalt, zal nooit vergeten waar zijn jeugd lag.

Dat hij met Ajax acht keer kampioen van Nederland is geworden, vijf KNVB-bekers, drie keer de Europa Cup I én de wereldbeker won, maakt me trots. Maar uiteindelijk gaat het over het leven. Wat je achterlaat. En als ik zie hoe gerespecteerd en geliefd hij na zo veel jaar nog is, dan is dat superspeciaal. In Nederland en Spanje, maar ook ver daarbuiten, kom ik mensen uit verschillende generaties tegen die Johan Cruijff op hun eigen manier hebben beleefd en geëmotioneerd raken als het over hem gaat.

Een heleboel mensen herinneren zich hem als voetballer en trainer of cultuurbewaker, maar de jeugd kent hem als naamgever van het Ajax-stadion. Dat zo’n mooi stadion zijn naam draagt, vind ik een heel grote eer. Misschien wel de allergrootste eer die een oud-speler zich kan wensen. En dan is er de Johan Cruyff Foundation. Als ik zag met hoeveel liefde en toewijding hij met de kinderen met een beperking bezig was, dan bezorgde dat me kippenvel.

Mijn vader heeft een mooie footprint achtergelaten. Dat merk ik aan de mooie uitingen van de F-side. En tijdens een van de eerste reisjes van mijn oudste zoon was hij in Amsterdam om met zijn vrienden een biertje te doen. In een bar zag hij een mooie foto van zijn opa hangen. Ik zag de emotie bij mijn zoon en vind die mooi. Hij is trots dat zijn opa overal voortleeft.

Vaak bekijk ik nog beelden van Cruijff, de voetballer. Recentelijk kreeg ik beelden te zien die ik nog niet eerder had gezien, En ik moet heel eerlijk zeggen dat ik daar echt van kan genieten. Alles uit die tijd is mooi: de trainingspakken, de kicksen, de gedragen wedstrijdshirts, de lange haren en de mode. Wauw.

De Europa Cup I-winst in 1971, 1972 en 1973 vind ik iets onbeschrijflijks. Met hun spel hebben de trainer, de selectie en mijn vader een stempel op het voetbal gedrukt. In de hele wereld hebben mensen het nog steeds over dat totaalvoetbal.

Dikwijls gaat het dan over Michels en Cruijff, omdat mensen er altijd namen uitpikken. Maar je kunt niet alleen winnen, je wint altijd samen. Voor mijn vader was dat ook een abc’tje. Hij wist dat als de beste en benoemde altijd zijn ploeggenoten. De vriendschappen die hij daardoor maakte, waren hem veel waard, want zo was hij ook. Hij was misschien niet makkelijk voor de mensen in een pak, voor de bestuursleden. Maar hij was altijd één met zijn teammaten, voor wie hij binnen en buiten het veld altijd knokte.

Nederland kan echt heel trots zijn op die generatie, want voordat Ajax de beste van Europa werd, had Feyenoord dat ook al gedaan. En dan speel je in die jaren 70 als klein land ook nog twee WK-finales. Kijk naar de inwonersaantallen van de landen in Europa. Dan besef je hoe speciaal die prestatie was. De voetballers van toen hebben Nederland als voetballand op de wereldkaart gezet.

Honderden keren heb ik het er bij mijn vader ingewreven dat zijn WK-medaille van 1974 geen gouden is. Dan moest hij lachen en zei hij snel dat Oranje weliswaar had verloren, maar eigenlijk had gewonnen, omdat de mensen meer over de verliezend finalist dan over de winnaar spraken. ’Wij hebben het verschil gemaakt’, gaf hij dan aan. ’Als mensen het over het WK in 1974 hebben, dan praten ze over het totaalvoetbal. Wat wij hebben achtergelaten, is meer waard dan een gouden medaille.’ En daar had hij natuurlijk gelijk in.

Zijn dood – nu bijna negen jaar geleden – valt me nog altijd zwaar. Als het woord ’kanker’ valt, dan schrik je en weet je dat het verkeerd kan aflopen. En als ik nu foto’s bekijk uit de tijd dat hij ernstig ziek was, dan zie ik dat hij opgezwollen was. Dat kon of wilde ik toen niet zien. Misschien had ik het in mijn hoofd geblokkeerd. Ik denk dat geen mens ooit klaar is voor het overlijden van zijn vader. En voor mijn gevoel was het in één keer over. Wat rest zijn herinneringen. Vele prachtige. En dat geeft troost.
Patrick Kluivert noemt zijn winnende doelpunt in de Champions League-finale van 1995 in Wenen ’de best denkbare reclame voor jeugdopleiding van Ajax’
’een Extasemomentje’

Dronken van geluk tilt de piepjonge Patrick Kluivert de Champions League-trofee in de lucht, die hij Ajax heeft bezorgd met zijn inmiddels beroemde puntertje tegen AC Milan (inzet).FOTO’S ANP/HH
Het was zijn ’mooiste lelijke doelpunt ooit’. „In elk geval het belangrijkste”, kijkt Patrick Kluivert (48) met een grote glimlach terug op 24 mei 1995. Met een puntertje bezorgde de toen 18-jarige spits Ajax ten koste van AC Milan de winst in de finale van de Champions League. „Op dat moment had ik geen enkel idee wat de impact van die goal was”, zegt de oud-speler van onder meer Ajax, AC Milan, FC Barcelona en Oranje.

Mike Verweij


Wat heeft die winnende goal voor je verdere carrière betekend?

Patrick Kluivert: „Het was al een fantastisch jaar, want in de Eredivisie wonnen we bijna alle wedstrijden. Maar de treffer in de finale in Wenen was achteraf gezien wel hét moment van mijn doorbraak. Vanwege mijn leeftijd en dankzij het fantastische seizoen met het team speelde ik me in de kijker bij de grote clubs in Europa.”



Hoe bijzonder was de Champions League-winst voor jou als zelfopgeleide speler?

„Ajax stond en staat wereldwijd bekend als talentenfabriek, die niet alleen jonge spelers opleidde maar ook al vroeg een kans gaf op het hoogste podium. Wat dat betreft, was mijn doelpunt de best denkbare reclame voor de jeugdopleiding.”



Welke herinneringen bewaar je aan je jeugd bij Ajax?

„Alleen maar mooie. Op 7-jarige leeftijd werd ik door Tonny Bruins Slot gevraagd naar Ajax te komen. Daarna ben ik gevormd door de club. Het meest denk ik nog aan het familiegevoel dat we hadden en tot uiting kwam tijdens de mooie toernooien in het buitenland, waar alle ouders, broertjes en zusjes ook naartoe gingen. Iedereen was bekend met de pasteitjes van mijn moeder. Elke week, bij thuis- én uitwedstrijden, nam mijn moeder een bak mee. En als dat een keer niet zo was, dan vroeg iedereen me waar de pasteitjes waren.”



Velen hebben de winnende treffer op hun netvlies staan. Maar hoe beleefde jij die in het veld?

„Als spits zie je dat een aanval over een aantal schijven ontstaat en dan probeer je al een beetje positie te kiezen. Marc Overmars maakte een actie en speelde de bal naar Edgar Davids, waarna die Frank Rijkaard inschakelde. Frank gaf me de bal in de loop mee, waarna Zvonimir Boban en Franco Baresi op me af kwamen. Eigenlijk speelde ik de bal iets te ver voor me uit, dus het enige dat ik kon doen, was de bal met mijn linkerpunt aantikken.”



En dan?

„Mijn adem stokte. En ik zag de bal buiten het bereik van Sebastiano Rossi langs de goede kant van de paal gaan. Ik besloot te gaan rennen en mijn shirt om te draaien. Dat was echt wel even een extasemomentje.”



Hoe beleefde je de laatste minuten?

„Die leken uren te duren. Milan bleef Milan en voerde de druk in de slotfase flink op. Frank Rijkaard en Danny Blind bleven roepen dat we ons koppie erbij moesten houden. En na het laatste fluitsignaal kwamen de emoties.”



Waarom was je bij het juichen zo boos?

„Veel mensen dachten dat ik zo reageerde omdat ik niet in de basis had mogen beginnen. Maar er was helemaal geen sprake van dat ik boos was of me afreageerde. Ik kreeg door alle spelers die om mijn nek hingen gewoon geen adem meer.”



Maar dat Louis van Gaal je niet opstelde moet wel pijn hebben gedaan, toch?

„Ja, maar ik had die middag veel steun aan Edgar, die bij mij in de buurt woonde, me in onze selectie als geen ander kende en dus wist hoe beroerd ik me voelde. Hij praatte als een broer met me. Ik was verdrietig, maar voelde dat ik tóch belangrijk zou worden.”



Hoe kan het dat je moeder dat ook wist?

„Het moedergevoel, denk ik. De maandag voor de wedstrijd had ze al met Louis van Gaal en Michael van Praag gebeld om te zeggen dat ik tien minuten voor tijd de winnende goal zou maken.” Lachend: „Zonde, ze zat er vier minuten naast.”



Welke rol speelde Rijkaard in dit succes?

„Frank had geen band om zijn arm, maar was – net als onze aanvoerder Danny – een leider. Hij kwam speciaal terug om nog twee jaar bij Ajax te spelen. Hij zette de lijnen uit en was binnen het veld het verlengstuk van Louis van Gaal. Alleen al zijn uitstraling dwong respect af bij de tegenstanders. Hij had alles meegemaakt en bracht die lessen over op zijn medespelers. Eigenlijk hadden wij dat seizoen met Van Gaal en Rijkaard twee trainers.”
FRANK DE BOER
Jack Reynolds, Rinus Michels, Johan Cruijff, Louis van Gaal en Frank de Boer gaven   Amsterdammers kleur en prijzen
Vijf iconische Ajax-trainers

In 125 jaar zijn 40 hoofdtrainers begonnen aan een nieuw seizoen bij Ajax. Veel daarvan kwamen uit de schoot van de club. Los van de langstzittende – Jack Reynolds – hebben ras-Ajacieden die bij de club debuteerden als hoofdtrainer, nationaal en internationaal het meest voor Ajax betekend op de hottest trainersseat van Nederland.

Valentijn Driessen
Geboorte van

de Ajax-school



JACK REYNOLDS

Geboren: 21-9-1881, Manchester

Overleden: 8-11-1962, Amsterdam

Coach van Ajax:

1915-1925, 1928-1940, 1945-1947

ERELIJST:

Landskampioen:

1918, 1919, 1931, 1932, 1934, 1937, 1939, 1947

KNVB-beker: 1917




Jack Reynolds is een trainer-coach uit de overlevering, van het begin van de vorige eeuw. Niet alleen heeft de Engelsman met 24 seizoenen veruit de meeste dienstjaren achter zijn naam bij Ajax, ook diende hij de Amsterdamsche Football Club Ajax over de langste periode: tussen 1918 en 1947. In de oorlogsjaren zat Reynolds vier jaar geïnterneerd in een Duits krijgsgevangenkamp in Polen.

Hoe groot de impact van Reynolds bij Ajax is geweest, bleek drie jaar na zijn dood, toen het bestuur in 1965 een zittribune in Stadion De Meer naar het historische Ajax-icoon vernoemde. De lange zijde aan de overkant van de eretribune heeft tot Ajax’ verhuizing naar de huidige Johan Cruijff ArenA in 1996 de Reynoldstribune geheten. De naam ging niet mee naar het nieuwe onderkomen. Overigens was de s achter de naam van Reynolds er in Nederland achter gezet, want hij was geboren als John Reynold.

De primeur van Reynolds’ aanstelling op 15 augustus 1915 stond in De Telegraaf. Later kreeg hij een column in de krant: Trainingswenken. Hij begon met Ajax, dan een Amsterdamse volksclub, in de tweede klasse. Na zijn aanstelling legde Reynolds de basis voor het voetbal waar Ajax sindsdien voor staat: successen boeken met aantrekkelijk spel en het ontwikkelen van talenten. De spelers uit die tijd ervoeren Reynolds als een harde Britse trainer, die het aantal trainingsavonden verdubbelde van één naar twee avonden in de week, waarbij discipline voorop stond en hij ook krachttraining gaf. Toch was voetbal voor hem geen spel van lopers en kracht, maar van voetballers die met hun hersenen spelen.

In zijn eerste Ajax-jaren zat Reynolds altijd met een bolhoed langs de lijn, later vervangen door een pet. Speler Jan de Boer uit het vijfde van Ajax onderging een metamorfose en werd doelman van Oranje. Ondanks zijn Engelse roots was Reynolds gek van kort spel aan de bal en vleugelspelers waren onmisbaar. Hij botste in 1919 als bondscoach met de Nederlandse voetbalbond, die juist spel wilde dat op de Engelse leest was geschoeid. Na één interland – 3-1 winst op Zweden – bedankte hij voor de eer.

In Het Parool werd Reynolds getypeerd als de onbetwiste architect van de Ajax-school. Direct en indirect was hij het voorbeeld voor Rinus Michels – hij debuteerde onder Reynolds in 1946 in Ajax 1 – Johan Cruijff, Louis van Gaal en Frank de Boer, de latere succestrainers in de 125-jarige historie van Ajax en allemaal afkomstig uit de boezem van de club.

Totaalvoetbal



RINUS MICHELS

Geboren: 9-2-1928, Amsterdam

Overleden: 3-5-2005, Aalst

Coach van Ajax:

1965-1971, 1975-1976

ERELIJST:

Landskampioen:

1966, 1967, 1968, 1970

KNVB-beker: 1967, 1970, 1971

Europa Cup I: 1970



Rinus Michels was de eerste Ajacied die als prof in het eerste elftal uitkwam – als spits – en daarna trainer van zijn club werd. Hij zorgde voor een ongekende professionaliseringsslag waarbij voetballers full-prof werden. Wie niet mee wilde of kon, moest vertrekken. Met Johan Cruijff als belangrijkste speler en verlengstuk in het veld heerste Ajax in de Eredivisie. Michels wilde dat aanvallers meeverdedigden en van verdedigers eiste hij dat ze zich aanvallend lieten gelden. Hieruit ontstond het totaalvoetbal waarmee Ajax vanaf 1971 een geslaagde greep deed naar Europese hegemonie: met de eerste Europa Cup I in de geschiedenis van de club, op Wembley tegen Panathinaikos.

Na zes jaar was de sinaasappel uitgeperst en vertrok Michels. Zijn opvolger Stefan Kovacs borduurde voort op het fundament van Michels. Met Cruijff in zijn hoogtijdagen won de Roemeen met Ajax nog tweemaal de Europa Cup I (tegen Internazionale in Rotterdam en tegen Juventus in Belgrado) en de Wereldbeker ten koste van het Argentijnse Independiente. Michels riep eens de fameuze woorden ’Voetbal is oorlog’. Zijn Ajacieden deinsden niet terug voor een fysiek potje, maar met de schoonheid van het spel veroverde het Ajax van Michels wereldwijd de voetbalharten van alle liefhebbers.

Belichaming van Ajax



JOHAN CRUIJFF

Geboren: 25-4-1947, Amsterdam

Overleden: 24-3-2016, Barcelona

Coach van Ajax: 1985-1988

ERELIJST:

KNVB-beker: 1986, 1987

Europa Cup II: 1987



Qua voetballer, uitstraling, persoonlijkheid en voetbalfilosofie is Johan Cruijff in alles de belichaming van Ajax. Niemand vertegenwoordigt Ajax beter dan hij. Ajax werd het Ajax van Johan Cruijff. Na een reeks magere jaren gaf Cruijff als trainer Ajax zijn gezicht terug. Hij liet een ploeg vol zelfopgeleide spelers, die later zouden uitgroeien tot wereldsterren, zoals Marco van Basten en Frank Rijkaard, aanvallen tot in het oneindige.

Het vermaak werd boven het resultaat gesteld. Hij verloor nog liever met 5-4 dan een 1-0 zege te pikken. Op het trainingsveld bewoog hij zich niet zoals van een trainer werd verwacht, maar trapte hij liever een balletje mee, waarbij zijn spelers zich vergaapten aan Cruijffs kwaliteiten. De reden waarom hij nooit z’n autoriteit verloor.

Europees gaf Cruijff Ajax weer aanzien door het winnen van de Europa Cup voor bekerwinnaars. Nagenoeg alle spelers met wie hij heeft gewerkt, bewierookten Cruijff later als de beste trainer onder wie ze ooit speelden. Zijn trainersfilosofie is voor eeuwig, met Pep Guardiola als belangrijkste uitdrager sinds zijn overlijden.

Meester voetbalkennis



LOUIS VAN GAAL

Geboren: 8-8-1951, Amsterdam

Coach van Ajax: 1991-1997

ERELIJST:

Landskampioen: 1994, 1995, 1996

KNVB-beker: 1993

Champions League: 1995

UEFA Cup: 1992

UEFA Super Cup: 1995

Wereldbeker: 1995

Nederlandse Super Cup: 1993, 1994, 1995



Met de intrede van het grote geld in het topvoetbal zou Ajax internationaal nooit meer een rol van betekenis kunnen spelen. Dat was buiten Louis van Gaal gerekend, de Ajacied in hart en nieren. Als speler haalde hij het eerste van Ajax net niet vanwege de aanwezigheid van Johan Cruijff als concurrent. Als trainer, geïnspireerd door zijn voorbeeld Rinus Michels, stak hij Cruijff qua prijzen naar de kroon in Amsterdam.

Als 40-jarige werd Van Gaal voor de leeuwen geworpen door een nieuw, jong bestuur met voorzitter Michael van Praag. Binnen no-time verstomde de roep om Cruijff. Met de historische voetbalopvatting van Ajax gekoppeld aan veel toptalenten uit de eigen jeugdopleiding, aangevuld met Frank Rijkaard, veroverde Van Gaal Europa in 1995.

Liefst driemaal werd gewonnen van het ongenaakbare en extreem rijke AC Milan, de Europees kampioen. De laatste keer in de finale in Wenen, waarmee Van Gaal Ajax’ vierde Europa Cup I en eerste Champions League won. Befaamd is zijn karatetrap langs de lijn, waarmee hij zijn ploeg in de eindstrijd van een verlammende wedstrijdspanning verloste. Zijn tweede finale, een jaar later, verloor hij na strafschoppen van Juventus.

Van Gaal, voormalig leraar lichamelijke opvoeding, stond bekend om zijn minutieuze voorbereiding, waarin hij niets aan het toeval overliet. Het lezen van wedstrijden kon hij als de beste. Van Gaal was een meester in voetbalkennis. Tot in het extreme verdedigde hij zijn spelers en daarvoor ging hij de strijd met de buitenwacht zeker niet uit de weg. ’Ben ik nou zo slim, of jij zo dom’, beet hij een journalist eens toe. Van Gaal is één van de grootste iconen in de 125-jarige geschiedenis van Ajax en als adviseur van de rvc op zijn 73e nog altijd intensief betrokken bij het wel en wee van de club op voetbalgebied.

Grondlegger nieuw succes



FRANK DE BOER

Geboren: 15-5-1970, Hoorn

Coach van Ajax: 2010-2016

ERELIJST:

Landskampioen: 2011, 2012, 2013, 2014

Johan Cruijff Schaal: 2013

Evenals Rinus Michels, Johan Cruijff en Louis van Gaal kwam Frank de Boer uit de boezem van Ajax en debuteerde hij als zelfstandig hoofdtrainer op het hoogste niveau bij zijn club. Nationaal is De Boer zelfs de meest succesvolle Ajax-coach, want geen enkele trainer won ooit vier landstitels op rij met Ajax. Voorgedragen door Johan Cruijff en altijd gesteund door zijn voetbalvader Van Gaal had De Boer krediet toen hij ten tijde van de roerige Fluwelen Revolutie aan boord kwam. Ajax dreef steeds verder af van het eigen DNA en daar kon alleen een Ajacied verandering in brengen, was de gedachte van Cruijff. Terwijl Ajax op de rand van de financiële afgrond stond, maakte De Boer alle krediet meer dan waar. Hij werd met Ajax kampioen en liet jeugdspelers die uitgroeiden tot internationale topspelers heel veel spelen, zoals Christian Eriksen, Daley Blind, Jan Vertonghen en Toby Alderweireld. Vijfenhalf jaar haalde hij sportief het maximale uit een spelersgroep, die niet altijd de beste van Nederland was.

Omdat spelers beter werden, stond er steeds meer kapitaal op het veld. Dat gevoegd bij het hand-op-de-knip-beleid en grote structurele inkomsten vanuit de Champions League, vergaarde De Boer een enorme oorlogskas voor Ajax. Daarmee konden de directeuren Edwin van der Sar en Marc Overmars in het post-De Boer-tijdperk de aanval openen op de Europese top.

Met minimale middelen in een Europees voetballandschap dat geregeerd werd door het grote geld, waarbij de spelers de macht hadden gegrepen, heeft De Boer een huzarenstukje geleverd als trainer-coach van Ajax. Nationaal en internationaal heeft hij maximaal gepresteerd. Op zijn laatste dag bij Ajax bleek de sinaasappel uitgeperst en verloor de club de landstitel aan PSV door 1-1 te spelen bij De Graafschap.

Vanwege het mislopen van het kampioenschap en omdat het spel in dat seizoen niet meer zo flitsend was als in de eerdere jaren van De Boer als trainer, bleven de fans hangen in de frustratie en de laatste indruk. Volledig ten onrechte. Frank de Boer is in 125 jaar één van de best presterende Ajax-trainers geweest, die zich altijd als een Ajacied heeft opgesteld en daarvoor veel meer credits verdient dan hem nu negen jaar nadien ten deel vallen. Dankzij zijn sportieve en financiële fundament reikte Ajax in 2019 tot de halve finale van de Champions League.
Sjaak Swart: ’Wat hebben we ongelooflijk veel fantastische spelers gehad’
HET DREAMTEAM VAN MISTER AJAX

door Mike Verweij
1. EDDY PIETERS

GRAAFLAND

Swart: „Ik heb vaak mét en – in zijn Feyenoord-tijd – tegen Eddy gespeeld. Hij was echt een ouderwetse goalie die voor het doel precies wist waar de bal kwam en katachtige reddingen had. Voor mij is Edwin van der Sar een goede tweede. En Heinz Stuy heeft het met drie keer de nul in een Europese finale natuurlijk ook geweldig gedaan, terwijl Maarten Stekelenburg misschien wel de meest talentvolle van allemaal was.”

2. WIM SUURBIER

„Wimpie en ik waren maatjes, die verdedigingen uit elkaar speelden. De ene aanval ging hij diep en de volgende liep ik weer, waardoor de verdedigers er helemaal lijp van werden. Backs werden het bos in gestuurd. Als vriend mis ik hem echt. Hij was op mijn verjaardag altijd de eerste die me feliciteerde. Ik vind het heel erg dat hij er niet meer is.”

3. FRANK RIJKAARD

„Frenk is in zijn tijd wereldwijd de allerbeste op zijn positie geworden. Soms had je het idee dat hij zelf niet wist hoe goed hij was. Op een gegeven moment hebben we het over zijn rol bij corners gehad. Hij moest zorgen dat hij vanaf de rand van het strafschopgebied in kwam tot aan de penaltystip, dan kon niemand hem tegenhouden. Dat jaar maakte hij zestien doelpunten en elke keer als hij scoorde, dan zwaaide hij naar me op de tribune. Het is zijn goed recht, maar ik vind het jammer dat hij ervoor heeft gekozen nooit trainer van Ajax te worden.”

4. FRANK DE BOER

„Gelukkig heeft Frank die rol wel vervuld. En hoe. Hij is met Ajax vier keer kampioen geworden. Als speler was hij al een winnaar. Een fantastische verdediger die er alles aan deed om elke dag beter te worden en voor iemand van zijn lengte sterk in de lucht was, omdat hij een fantastische timing had. En in dat linkerbeen zat een heerlijke trap.”

5. RUUD KROL

„De buitenspelers hadden zo veel ontzag voor Ruud, waren zo geïmponeerd dat ze hem niet durfden aan te vallen. Hij heerste aan de bal. In Napels is hij nog altijd een grootheid, want ook in Italië heeft hij het heel goed gedaan. Krol was een beest van een verdediger, bleek kiezelhard als dat moest en vrat zijn tegenstanders op, maar aan de bal voegde hij bij Ajax en Oranje veel aan het elftal toe.”

6. JOHAN NEESKENS

„Johan heeft vroeger bij me gewoond. Op zaterdagavond lagen we heerlijk op het bankie. En dan zei ik: ’Nees, we gaan naar bed.’ Dan antwoordde hij dat er nog Duits voetbal op tv kwam. Maar dan moest hij toch naar boven, want de dag erna moesten we er staan. En dat deed hij altijd. Johan ging altijd voorop in de strijd en had een buitengewoon goede conditie. Hij was een geweldige voetballer, had een pegel in zijn benen en kon een doelpunt maken. Een geweldenaar die elk team nodig heeft.”

7. SJAAK SWART

„603 wedstrijden, met de oefenduels erbij ruim 700. Acht kampioenschappen, vijf bekers, drie Europa Cups, één Intertoto Cup en twee Europese Super Cups. Prachtig toch? Maar het meest trots ben ik op het feit dat ik mijn hele leven maar voor één club heb gespeeld. Waar zie je die clubliefde nog? Nee, het buitenland heeft me nooit getrokken. Ajax is mijn club.”

8. RAFAEL

VAN DER VAART

„Rafael van der Vaart en Gerrie Mühren waren allebei heerlijke voetballers met een prachtige techniek. Rafael was zó goed tussen de linies, had een perfecte aanname en scoorde makkelijk. Net als Wesley Sneijder had Rafael zo’n geweldige functionele techniek. Het waren in mijn tijd als zaakwaarnemer mijn pupillen, waar ik ongelooflijk trots op ben.”

9. JOHAN CRUIJFF

„Johan was de beste van de wereld. De grondlegger van het totaalvoetbal. Toen Johan 9 jaar was en welp, ging ik al naar hem kijken. En als wij trainden, stond hij achter het doel de ballen terug te schieten. In de jeugd liep hij iedereen voorbij en dan scoorde hij er drie, vier op een rijtje. En ook als volwassene was hij niet te stoppen. Maar het mooiste aan Johan vind ik dat hij altijd zichzelf is gebleven. Een prachtig mens. Kijk naar de foundation die hij oprichtte. Het was een eer om met hem te spelen en hem te kennen.”

10. DENNIS BERGKAMP

„Het is bijna niet meer te geloven, maar ik heb Dennis – een fantastische gozer trouwens – in de jeugd nog als rechtsback zien spelen en iedereen vroeg zich af of hij het wel zou redden bij Ajax. Maar ineens was-ie er en we hebben gezien wat hij uiteindelijk heeft gepresteerd. Zijn spel was kunst. Kijk de doelpunten die hij voor Ajax, Arsenal en Oranje heeft gemaakt maar terug en je zit te smullen.”

11. PIET KEIZER

„Als Piet het op zijn heupen had, was hij een klasse apart. Hij was – zoals wel meer linksbuitens – eigenwijs en had zo zijn nukken. Daardoor was het elke wedstrijd afwachten hoe goed hij zou spelen. Maar een betere linksbuiten heeft Ajax nooit gehad. Met zijn schaar heeft hij heel wat verdedigers in de luren gelegd. Hij was een technicus, passeerde makkelijk en had ook scorend vermogen.”
Veel parallellen tussen succesvolle Ajax-voorzitters Jaap en Michael van Praag
Aardje naar z’n vaartje

Jaap en Michael van Praag waren voorzitter in twee van de meest succesvolle periodes bij Ajax. Zowel de vader als zijn zoon hadden het genoegen om – met Ajax als beste van Europa – de Cup met de Grote Oren op te tillen; Van Praag senior zelfs drie keer. Maar er zijn opvallend veel meer parallellen.

Mike Verweij
„We waren allebei vierde keus, kenden onze beperkingen, creëerden voorwaarden om de spelers en trainer optimaal te laten functioneren, durfden met Rinus Michels en Louis van Gaal voor een jonge coach te kiezen én we wilden graag schijnwerpers en applaus. Ik zeg het maar heel eerlijk”, lacht Michael van Praag. Zo vader, zo zoon.

Bij de legendarische Jaap van Praag, die tussen 1964 en 1978 de voorzittershamer hanteerde, was het aanvankelijk de bedoeling dat hij maar een half jaar zou blijven. „Als een soort tussenpaus, want hij had ook zijn bedrijf”, zegt zijn zoon, die net als zijn vader een verbinder is. „Mijn vader begon elke vergadering en ontmoeting met een mop. Hij had veel vrienden, maakte plezier en bij ons thuis was het altijd gezellig.”

Dat ’geniet van het leven’ zijn motto werd, had met de oorlogsjaren te maken. „Hij heeft een moeilijke jeugd gehad en op verschillende plaatsen ondergedoken gezeten én tijdens de oorlog zijn vrouw verloren, want die ging er met een ander vandoor”, vertelt Michael, die de situatie schetst.

„Op het onderduikadres boven een fotozaak op de Overtoom moest hij tijdens de openingstijden muisstil zijn, want de eigenaar wist niet dat hij daar zat en door de houten vloeren was het gehorig. Elke dag zat hij urenlang op een stoel zonder te bewegen. Pas als de winkel dicht was, had hij zijn bewegingsvrijheid terug en kreeg hij bezoek van zijn vrienden Ton Brandsteder, de vader van Ron, en André Kraan.”

Na de oorlog kreeg Jaap een klap van jewelste. „Hij hoorde dat zijn ouders en zijn zusje waren vergast. Mijn vader behoorde tot de Joodse mannen die na de oorlog helemaal nergens over spraken, terwijl hij net zo’n open boek was als ik ben. Maar net als honderdduizend andere mannen stopte hij de oorlog weg. Hij zei: ik ga leven, laten merken dat ik er nog ben. Hij was altijd vrolijk.”

En een succesvolle bestuurder. „Het jaar voordat hij aantrad, was Ajax bijna gedegradeerd”, herinnert zijn zoon zich. „Een van de eerste daden was het terughalen van Vic Buckingham als coach. Dat weet ik nog goed, want Buckingham heeft een week bij ons gelogeerd. Wij vonden het wel apart dat er een Engelsman bij ons bleef slapen en dat we nergens over mochten praten. Het moest geheim blijven en daarom verbleef hij ook niet in een hotel.”

De muziek die in De Meer werd gedraaid, nam Van Praag senior zelf mee. „Grammofoonplaten vanuit zijn winkel op het Spui, waar altijd bekende artiesten kwamen om hun platen te signeren. Dat organiseerde hij allemaal.”

Bij Ajax verstond de voorzitter samen met penningmeester Henk Timman de kunst van het ’faciliteren van de sportmensen’. Michael lacht hartelijk. „In het belang van de club vertelde hij weleens een leugentje om bestwil. Door zijn charme kwam hij daarmee weg.”

Tussen 1989 en 2003 nam Van Praag de bestuursstijl van zijn vader over. „Ik kende mijn beperkingen, bijvoorbeeld financieel. Ik kan wel een balans lezen, maar dat is het dan. En ik denk dat ik de enige voorzitter ter wereld ben die nooit bij transferbesprekingen is geweest. Ik kan namelijk niet onderhandelen en geef alles meteen weg. Onze penningmeester Arie van Os wilde me er niet bij hebben. Mijn kracht was mijn netwerk inschakelen, communicatie en mensen verbinden. Mijn vader had Henk Timman en ik had Arie van Os en natuurlijk Hennie Henrichs op technische zaken.”

Én bestuurslid commerciële zaken Uri Coronel, die een heel belangrijke rol speelde bij de komst van Michael van Praag. „Henk Timman, de penningmeester van mijn vader, was commissaris van mijn bedrijf. Omdat Ajax er niet in slaagde een nieuwe voorzitter te strikken, zei ik: ’Ome Henk, als Ajax niemand kan vinden, wil ik het wel doen, want ik ben een Ajacied’. Maar bij Ajax vond men me te jong. Over en uit. Totdat ik naar een verjaardag ging, waar Uri ook was, en hij me vroeg of het voorzitterschap niks voor mij was. Dat ik te jong zou zijn, vond hij gezwets. Hij, slechts één jaar ouder, was ook voor die functie gevraagd. Zijn ambities lagen echter op een ander vlak. Hij wilde commerciële zaken doen. Uri ging naar boven om een belletje te plegen en twee weken later was ik voorzitter. Het leuke is: ik had helemaal geen zin om naar die verjaardag te gaan. Was ik niet gegaan, dan hadden we hier nu niet gezeten voor dit interview.”

Dan was Van Praag geen voorzitter geweest en Louis van Gaal wellicht geen coach als opvolger van Beenhakker. „Louis is een schot in de roos gebleken. En niet alleen vanwege het winnen van de UEFA Cup, de Champions League en de wereldbeker.”

Ook Van Praag senior had – met Rinus Michels – een voltreffer. „Michels heeft samen met Cruijff de basis gelegd voor iets unieks: de Ajax-filosofie, de Hollandse School en het totaalvoetbal. Volgens mij had mijn vader toen al door dat er geschiedenis werd geschreven. Hij was ongelooflijk trots op die drie Europa Cup I’s. Een van die bekers heeft een week lang als paraplubak bij hem in de flat gestaan.”
Sherida Spitse: ’Mooi om onderdeel van deze prachtige club te mogen uitmaken’
VISITEKAARTJE AJAX-VROUWEN

Met het tekenen van haar contract bij Ajax ging in januari 2021 de ultieme droom van Sherida Spitse (34) in vervulling. Maar ook de Amsterdammers prijzen zich gelukkig met de komst van de recordinternational van Oranje, die al jaren achtereen het voetballende visitekaartje van de Ajax-vrouwen is. Vanwege het 125-jarig bestaan van ’haar cluppie’ krijgt de aanvoerder tien stellingen voorgelegd.

Mike Verweij


Als klein meisje hield ik het voor onmogelijk ooit voor Ajax te spelen.

„Oneens. Je kan altijd dromen. Op het moment dat ik op mijn zesde begon met voetballen, bleef het bij dromen. Maar toen ik 16 was, startte de Eredivisie. Weliswaar nog niet met Ajax, maar ooit voor mijn club te kunnen uitkomen, werd wel een stuk realistischer.”



Na mijn tijd bij het Noorse Valerenga had ik PSV of Feyenoord eventueel ook wel zien zitten.

„Oneens. Nee, nee, nee, Ajax is van kleins af aan al mijn club. Als Ajax niet was gekomen, dan was ik wellicht in het buitenland gebleven of had ik misschien voor FC Twente of mijn oude club SC Heerenveen gekozen. Maar PSV of Feyenoord … nee.”



Als het aan mij ligt, dan teken ik voor drie seizoenen bij Ajax bij.

„Eens. Hoe ouder ik word, des te fitter ik word, lijkt het wel. Maar ik moet er wel plezier in blijven houden, het net zo leuk vinden als nu. Op dit moment zeg ik: waarom niet? Maar daar moeten we het binnenkort maar over hebben. Ik heb een aflopende verbintenis.”



Het frustreert me dat ik in 92 Eredivisie-duels maar 13 keer heb gescoord.

„Oneens. Ik ken mijn rol op het veld. Voorheen was ik een controlerende middenvelder en ik speel nu achterin. Het belangrijkste is dat we als team functioneren en winnen. Natuurlijk is het leuk om af en toe te scoren en dat doe ik ook wel. Bij Oranje heb ik gemiddeld wat meer doelpunten (44 in 224 duels, red.).”



Ik ben de Wesley Sneijder van de Ajax-vrouwen.

„Oneens. Ik denk dat Wesley en ik andere spelers zijn, maar hij was wel altijd mijn voorbeeld, omdat hij met links én rechts goed was. En qua karakter lijken we wel op elkaar. Als je me dan toch als speler met iemand wilt vergelijken, dan denk ik meer aan Nigel de Jong. Ik knal d’r ook op.”



Drie kampioenschappen in negen Eredivisie-seizoenen is keurig voor Ajax.

„Oneens. Dat moeten er echt meer zijn. Ajax staat voor winnen en prijzen pakken. Het liefst heb je dat elk jaar. Al begrijp ik dat het in het voetbal niet zo werkt en verliezen erbij hoort. Bij de mannen zeggen ze één keer in de twee seizoenen kampioen te willen worden en dat is ook wel hetgeen ik nastreef.”



Voor mij is het jubileum verpest als we de landstitel mislopen.

„Eens. Omdat we prijzen willen pakken. De enige trofee die we nog kunnen pakken, is de schaal. Natuurlijk is het mooi om tijdens het 125-jarig bestaan onderdeel van deze prachtige club te mogen uitmaken. Maar het is nóg veel leuker als je juist in dat jubileumjaar de titel weet te bemachtigen.”



Het stoort me dat het vrouwenvoetbal in Nederland nog altijd niet serieus wordt genomen.

„Eens. Daarbij moet ik wel eerlijk zeggen dat het een beetje tussen ’eens’ en ’oneens’ in zit, want de laatste jaren zijn er echt serieus mooie stappen gezet. Alleen kan het nóg beter. Maar er wordt veel over de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal gesproken en geschreven. Sinds 2017 zitten de stadions bij wedstrijden van Oranje ook vaak vol. Alleen in de Eredivisie kunnen we wel meer support gebruiken.”



Na mijn actieve carrière hoop ik een directiefunctie bij Ajax te bekleden.

„Eens. Al vind ik mezelf misschien ook wel een toekomstige trainer. Daar wil ik me – zoals het er nu naar uitziet – na mijn loopbaan als eerste op toeleggen. Maar als het kan, zie ik de directie ook wel zitten. Het traject dat Kelly Zeeman met Siem de Jong, Ricardo van Rhijn en Daniël de Ridder binnen Ajax doorloopt om als oud-speler te worden klaargestoomd voor een functie, zie ik ook wel zitten, omdat ik wel een leiderstype ben. Ik speel vanaf mijn zesde voetbal, sta nu elke dag op het veld en misschien ben ik dat op een gegeven moment wel zat. Welke rol ik zie zitten? Een technische.”



Als de mannen kampioen worden, dan sta ik op het Museumplein.

„Eens. Ik heb niet veel huldigingen bij Ajax-kampioenschappen meegemaakt. Maar als de mannen het dit seizoen flikken, dan sta ik op het Museumplein. En het zou natuurlijk helemaal fantastisch zijn als de mannen én de vrouwen daar met de kampioensschaal kunnen staan. Over de mannen heeft burgemeester Halsema zich al uitgelaten. Ik weet zeker dat zij een huldiging voor ons ook wel ziet zitten. Dat regelt ze vast wel even.”
Ajax Foundation wil talent laten bloeien
door Mike Verweij
Het aantal kaarsjes dat de Ajax Foundation vandaag, 18 maart, uitblaast (15), is weliswaar nog niet zo indrukwekkend als dat van de club zelf (125). Maar gezien het maatschappelijke belang van de stichting is het logisch dat zij ook in het zonnetje wordt gezet.

De Ajax Foundation is in 2010 opgericht om invulling te geven aan het maatschappelijk ondernemen van de club. Het motto is: ’Ajax wil talent laten bloeien, zowel binnen als buiten het veld en de club’.

„We hopen jongeren op die manier kansen aan te reiken die ze anders misschien niet zouden krijgen. Elk jaar komen we via onze projecten direct in contact met circa twintigduizend Amsterdamse jongeren”, zegt directeur Jeannette Jongejans. „De club wil zich inzetten om van een heel brede maatschappelijke waarde te zijn. Ajax is namelijk van iedereen, ongeacht afkomst, religieuze achtergrond, geslacht, geaardheid of huidskleur. De Ajax Foundation draagt bij aan het creëren van een generatie jongeren die actief beweegt naar een betere samenleving.”

De ’Ajax-leerlijn’ is gericht op leerlingen van het primair en voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Ze leren over ’Ons recept om te winnen’. Alle ingrediënten dragen bij aan het formuleren van hun eigen ’Recept om te winnen’. De Ajax-leerlijn is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

Life Skills & Clinics

Life Skills & Clinics is een lesprogramma voor kinderen van de basisschool. Centraal staan samenwerking, discipline, respect en plezier.

Team Tactics

Team Tactics is een lesprogramma voor jongeren uit het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs. Centraal staan groepsvorming en het creëren van een veilige omgeving in de klas.

Fair Play

Fair Play workshop is een lesprogramma voor jongeren uit het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs waarbij ze kennismaken met maatschappelijke thema’s zoals; vooroordelen, discriminatie en groepsdruk binnen en buiten Ajax.

S’Cool

S’Cool is een lesprogramma voor jongeren uit het vierde leerjaar van het voortgezet onderwijs. Hierin leren ze hun eigen kernwaarden identificeren en worden ze uitgedaagd deze op een creatieve manier tot leven te brengen binnen hun eigen schoolomgeving.

Challenge

Challenge is een lesprogramma voor jongeren van niveau 1 en 2 van het middelbaar onderwijs, waarbij ze aan de hand van normen & waarden van Ajax-vaardigheden leren en leren toepassen die ze kunnen inzetten voor hun toekomst op de arbeidsmarkt.

Challenge Master

Jongeren worden tijdens een intensieve master geleerd welke skills ze nodig hebben en hoe deze optimaal in te zetten om de stap naar de arbeidsmarkt te maken. Krijgen gastcolleges en bezoeken bedrijven, zodat hun blik verbreed wordt.
Verjaardagsfeest om van te smullen: jarig Ajax, Michael Van Praag en Dick Schoenaker geëerd
Terug in de tijd...

Stadionspeaker Rob van Rossum spreekt de Ajax-iconen Sjaak Swart, Sonny Silooy, Kelly Zeeman, Jari Litmanen en Siem de Jong toe.FOTO’S AJAX
AMSTERDAM Het 125e verjaardagsfeest van Ajax was er een om van te smullen. In de Johan Cruijff ArenA werden de in totaal bijna tweeduizend aanwezigen – voornamelijk oud-spelers, leden, vrijwilligers en werknemers van de club én het stadion – getrakteerd op een onvergetelijke avond.

door Mike Verweij
Speciaal voor de bijzondere gelegenheid was één grote zaal omgetoverd tot Leidseplein en Museumplein, waar Amsterdamse en andere Nederlandstalige muziek klonk. Voor de ouderen die in alle rust prachtige herinneringen wilden ophalen, was er een ruimte als Amsterdams bruin café ingericht. Tijdens de officiële toespraken van bestuursraadvoorzitter Ernst Boekhorst, (tijdelijk) algemeen directeur Menno Geelen en burgemeester Femke Halsema werd als eerste Dick Schoenaker in het zonnetje gezet. De oud-speler maakte bijna tien jaar deel uit van de ledenraad en werd door de vereniging Ajax benoemd tot erelid.

Op haar beurt kreeg de vereniging weer een cadeau van de stad Amsterdam. Burgemeester Halsema overhandigde Boekhorst de jubileumpenning, nadat Ajax afgelopen zondag uit handen van wethouder Sofyan Mbarki al de koninklijke erepenning had ontvangen. Daarnaast bood Halsema namens de stad aan alle Ajacieden een plaquette aan, die op Kalverstraat 2 (de oprichtingsplek) komt. Erevoorzitter Michael van Praag werd verrast met de Frans Banninck Cocqpenning, een hoge gemeentelijke onderscheiding.

Het hoogtepunt van de verjaardagfuif was het optreden van Yves Berendse. De zanger, die de hitlijsten bestormt en onlangs de Edison popprijs won, maakte een Ajax-jubileumversie van zijn meer dan 65 miljoen keer gestreamde platina hit ’Terug in de Tijd’. Daarin nam hij de aanwezigen mee langs vele hoogtepunten van Ajax en werden echte Ajacieden in het zonnetje gezet. Terwijl er op een groot scherm prachtige archiefbeelden waren te zien, betraden oud-spelers als Sonny Silooy, Siem de Jong, Jari Litmanen en natuurlijk Mister Ajax, Sjaak Swart, het podium. Berendse stipte vocaal het heden, de gouden jaren zeventig, het onvergetelijke seizoen 2018/’19, de derde ster, de UEFA Cup-zege in 1992 en de Champions League én Wereldbeker-winst in 1995 aan.

Op het feest was iedereen het over eens. Een kampioenschap van Francesco Farioli en zijn spelers zou de kers zijn op de Ajax-verjaardagstaart.
Blij met de punten ...

Gebruikersavatar
Zuidema
Berichten: 12205
Lid geworden op: zo nov 09, 2003 1:35 am

Re: AJAX 125 Jaar

Bericht door Zuidema » wo mar 19, 2025 7:35 am

Inderdaad, Voetske. Een aparte topic is beter voor AJAX 125 Jaar. :biggthumpup.gif:

Ik zal ''mijn'' twee artikelen straks ook even overhevelen.
Trab: ''Niet afspelen, maar uitspelen.'' :ajax.gif:

Gebruikersavatar
Zuidema
Berichten: 12205
Lid geworden op: zo nov 09, 2003 1:35 am

Re: AJAX 125 Jaar

Bericht door Zuidema » wo mar 19, 2025 7:57 am

Als Ajacieden één ding gemeen hebben, dan is het nou juist dat ze totaal verschillend zijn

Sjoerd Mossou 18-03-25, 19:00

AD Sportwereld-columnist Sjoerd Mossou schrijft vandaag over het 125-jarige Ajax, en over het fenomeen ‘echte Ajacieden’ in het bijzonder. ,,Onze goudvis lijkt duidelijk méér op een cavia dan Louis van Gaal en Rafael van der Vaart op elkaar lijken.’’

Mijn eerste levende jeugdherinnering aan Ajax dateert van woensdag 21 september 1988, een nogal koude woensdagavond in het Oosterenkstadion in Zwolle. Een voetnoot in de 125-jarige clubgeschiedenis van Ajax natuurlijk, maar vergeef me dit omweggetje.

Mijn vader en ik zaten die avond ter hoogte van het uitvak, waaruit steeds opnieuw hetzelfde liedje opsteeg, als een soort mantra.

‘Johan Cruijff

Wie kent hem niet?

Johan Cruijff, Johan Cruijff

is een echte Ajacied!’


Johan Cruijff kende ik wel natuurlijk. Een dag eerder was Kurt Linder opgestapt als trainer van Ajax, de supporters in het uitvak waren eensgezind over wie zijn opvolger moest worden. ‘Ze willen Cruijff terug’, zei mijn vader, ten overvloede.

(Het zou uiteindelijk een iets mindere god worden: Spitz Kohn.)

Als 9-jarige was ik meteen gefascineerd door het woeste, vastberaden gezang, maar ook door een woord dat ik nog helemaal niet kende: Ajaxied. Ajaksiet. Ajacied. Een woord dat klinkt als een bloedgroep, een bijnaam en een geuzennaam tegelijk.

(De officiële spelling schrijft ‘Ajacied’ voor, want Ajax is de Latijnse naam van een Griekse mythologische held. In een verbogen of afgeleide vorm verschijnt in het Latijn meestal de ‘c’.)

Maar wat ik me veel later pas afvroeg: wat definieert nu precies een ‘echte’ Ajacied? Ik snap dat het lekker klinkt in zo’n liedje, en over Cruijff zijn we het natuurlijk snel eens, maar bestaat er werkelijk een onderscheid? Een rangorde van echt naar ‘niet zo echt’?

Ik ken toch vrij veel Ajacieden en als ze één ding gemeen hebben, dan is het nou juist dat ze totaal verschillend zijn.

Frank de Boer lijkt in de verste verte niet op Michael van Praag. Sjaak Swart heeft vrijwel geen enkele overeenkomst met Siem de Jong. Louis van Gaal en Rafael van der Vaart? Onze goudvis lijkt duidelijk méér op een cavia dan deze twee ‘echte Ajacieden’ op elkaar lijken.

De media-afdeling van Ajax deelde dinsdagochtend een stemmig filmpje, speciaal ter gelegenheid van het clubjubileum. ‘Ajax forever. Dankzij Ajacieden,’ heette het.

Het filmpje raakte knap aan de essentie, want bij een voetbalclub telt uiteindelijk altijd de som der delen. De mensen, de cultuur, de geschiedenis, de symboliek: een soort sentimentele cocktail daarvan.

We willen voetbalclubs vaak lekker simpel definiëren, met behapbare dooddoeners en algemeenheden: branie, bluf, mooi, lelijk, boers, arrogant. Het helpt ons om van de ene club te houden, en die andere club juist heel infantiel te haten.

Maar 125 jaar Ajax laat zich niet vangen in één betekenis, één boek, één verhaal, één lied, één clubheld of één typering.

Ajax groeide sinds 1900 uit tot een uniek Nederlands bolwerk, beroemd van Australië tot Alaska, bovenal dankzij allerlei totaal verschillende mensen samen. Een volkje op zichzelf, verenigd in een buitengewone voetbalclub.

Van harte aan al die echte Ajacieden, groot en klein, wereldberoemd of totaal onbekend. Maak er samen een schitterend feest van.
AD.nl
Trab: ''Niet afspelen, maar uitspelen.'' :ajax.gif:

Gebruikersavatar
Zuidema
Berichten: 12205
Lid geworden op: zo nov 09, 2003 1:35 am

Re: AJAX 125 Jaar

Bericht door Zuidema » wo mar 19, 2025 7:58 am

Willem feliciteert Ajax: ‘Aan die gekkigheid van Rotterdam tegen Amsterdam heb ik nooit meegedaan’

Mikos Gouka 18-03-25, 14:15 Laatste update: 14:43

Willem van Hanegem zit niet met een feestmuts op bij het 125-jarig jubileum van Ajax. Toch wenst hij de aartsrivaal van zijn club Feyenoord het allerbeste. ,,Ze hebben zoveel mooie spelers voortgebracht.’’

Willem van Hanegem trekt zijn wenkbrauwen op. Zoals alleen hij dat kan. Dat hij, clubicoon van Feyenoord, in 1982 met regelmaat trainingen van de jeugd van Ajax bekeek, wat is daar nou vreemd aan? Natuurlijk, het was om zoon Gert in actie te zien. ,,Dat is toch best normaal?’’, zegt Van Hanegem.

Voor de goede orde, De Kromme speelde in die tijd zelf nog gewoon bij aartsvijand Feyenoord. ,,Gert speelde daar met Marco van Basten, John van ’t Schip, Winnie Haatrecht. Die periode.’’

Bij Ziggo Sport zei Van Basten een tijdje geleden dat ze dat wel grappig vonden, Van Hanegem die in zijn auto naar de trainingen van de jeugd van Ajax zat te kijken. ,,Kijk, Feyenoord is mijn club. Maar aan die gekkigheid van Rotterdam tegen Amsterdam heb ik nooit meegedaan. Wat ik daar in Amsterdam zag in die tijd? Nou, talent. Dat Van Basten goed was, hoorde je al jaren. Maar hij had veel last van blessures door de groei. Ik zat daar uiteraard voor Gert. Maar om Van Basten zich snel te zien ontwikkelen, was wel leuk.

,,Nee, daar had ik geen aparte gevoelens bij. Denk je nou echt dat ik geniet als Ajax overhoop wordt gespeeld? Ja, door Feyenoord, dan wel. Verder zal het mij een zorg zijn. Toen Spurs met 2-3 won en die Lucas Moura kort voor tijd de weg naar de Champions League-finale versperde, waren er veel mensen die de polonaise inzetten. Maar ik niet, hoor. Voor het Nederlands voetbal was het gewoon beter geweest als Ajax die finale had gespeeld.

,,Ik heb veel vrienden die voor Ajax zijn, die gun ik het beste. Ik heb ook nog nooit te maken gehad met agressie of scheldpartijen van Ajax-fans. Eerder het tegenovergestelde.’’

Dat betekent echter niet dat Van Hanegem soms niet goed snapt waarom in Nederland elk weekeinde weer hordes mensen hopen dat Ajax punten zal verspelen. De ‘kijk-ons-eens-bijzonder-zijn-houding’ in Amsterdam wekt weleens irritatie. Ze bepalen in de hoofdstad nog vaak ongevraagd de norm.

,,Ze bestaan nu 125 jaar en ik gok dat het al vanaf de start is dat ze daar weleens de indruk wekken dat het maar om één club draait in de wereld’’, zegt Van Hanegem lachend. ,,Ik had dat gevoel toevallig afgelopen zondag nog. Ik was even wezen fietsen en toen ik terugkwam, zette ik de televisie aan en zag ik Michael van Praag bij ESPN zitten. Die hoorde ik met zo’n serieus toontje vertellen dat je nooit, maar dan ook echt nooit, over een B-elftal mag praten in het voetbal.

,,Maar hoe moeten we het Ajax dat vorige week roemloos werd uitgeschakeld door Eintracht Frankfurt dan noemen? Het ‘bijna eerste’? Ik zag daar toch vooral wisselspelers opeens aan een wedstrijd beginnen. De mensen zijn niet gek en los daarvan bepaalt Michael van Praag natuurlijk helemaal niet hoe wij iets wel of niet mogen noemen. Ajax speelde in Frankfurt met een B-ploeg en dat vond ik jammer. Of Van Praag dat nou leuk vond of niet.’’

In de week van de 125ste verjaardag van Ajax valt uiteraard ook de naam van Piet Keizer. De linksbuiten voor wie Van Hanegem zoals bekend zo ontzettend veel bewondering had. De aanvaller met wie hij tijdens het WK in West-Duitsland de kamer deelde.

,,Laatst was ik bij de voetbalclub Volendam. Daar zaten allemaal Ajacieden en die begonnen over Keizer en hoe ze hem adoreerden. Nou, dan heb ik een leuke middag, hoor. Keizer was een geweldenaar. In het begin vond ik hem beter dan Johan Cruijff. Dat loopje van hem, dat eigenzinnige. Dat eigen koers bepalen, bij hem pikte je dat. Toen ik 75 werd, was er een feest in de Kuip. Stond hij daar helemaal achteraf in een hoekje. Dat was Piet ook.

,,Dat verhaal dat de oude Van Praag mij in de jaren 60 naar Ajax wilde halen maar dat Rinus Michels tegen was, dat las ik laatst weer ergens. Het klopt gewoon niet. Piet was de man die dat echt probeerde in de jaren 70. Hij had een zakenman opgetrommeld en die wilde mij inderdaad van Feyenoord naar Ajax halen. Ja, er was een gesprek maar ik wist natuurlijk al meteen dat het nooit zou gaan gebeuren. Dat was niets voor mij. Als je bij Feyenoord speelt, ga je helemaal nergens heen en zeker niet in Nederland. Dat vond ik toen.

,,Dat mijn zoon Gert bij Ajax speelde, dat vond ik prima, hoor. Al bleef het bij een jaartje. Ze hadden hem gescout bij Fortitudo in Culemborg. Na een jaar ging hij naar Feyenoord. Daar liep hij weleens te mopperen op het trainingsveld als er iets niet lukte. Dat mocht niet van zijn trainer toen. Dat was Cor Pot. Daar moest ik om lachen.’’

Zoals hij ook grinnikt om de verhalen dat de spelers van Ajax altijd alles wilden bepalen als ze zich in Zeist bij Oranje meldden. ,,Dat viel allemaal wel mee, hoor’’, zegt Van Hanegem. ,,Johan Cruijff was een geweldige speler. En het waren gewoon leuke gasten. Piet Keizer, Wim Suurbier, Ruud Krol, Johan Neeskens. Ik kon prima met die gasten opschieten.

,,Ajax heeft ook gewoon veel geweldige spelers voortgebracht. En dan nog waren ze niet altijd scherp daar. Rinus Israel, Robbie Rensenbrink, Ruud Gullit. Allemaal Amsterdammers die nooit voor Ajax hebben gespeeld. Wereldtoppers die ze lieten lopen. Later kwam de lichting met Marco van Basten en Frank Rijkaard. Ook geweldige gasten.

,,Over Van Basten zeggen ze weleens dat hij niet zo toegankelijk is. En dat klopt ook wel een beetje. Soms zat hij op de golfbaan waar we samenspeelden aan de bar en dan zei hij geen woord. Je had niet eens door of hij al weg was. Moet hij dan overal de polonaise inzetten als hij ergens komt? Maar wat een geweldige speler was Van Basten.

,,Laatst zei iemand dat er op dat achterlijke sociale media hier en daar het idee rondging dat Van Basten vooral teerde op een doelpuntje tegen de Sovjet-Unie in 1988. Dan ben je echt niet helemaal in orde, als je dat echt denkt. Dat heeft te maken met zijn kritische blik als analyticus. Dat wil niet iedereen. Maar kritisch zijn, dat moet juist. Het is zijn taak. De mensen die het niet willen horen, missen het punt. Die zien misschien liever Dries Roelvink of zo aanschuiven aan zo’n tafel. Ik niet.

,,Rafael van der Vaart benoemt het gelukkig ook vaak, dat is echt belangrijk voor Ajax. Dan worden ze weer beter, want waar we nu naar kijken, is natuurlijk niet om van te smullen. Als een kudde schapen achter een Italiaanse druktemaker aan lopen, dat helpt niemand. Wat hij goed doet, benoem je. En als ze, zoals zondag tegen AZ, mazzel hebben en weer eens niet mogen klagen over de arbitrage, dan doe je dat ook.’’

Naar het huidige Ajax kijkt Van Hanegem blijkbaar niet met veel plezier. ,,Maar als ze boven PSV eindigen hebben ze het echt goed gedaan, want in Eindhoven hebben ze een betere selectie. Al word ik ook moe van dat gepapegaai dat Ajax spelers van niks heeft. Dat ze ergens vandaan komen. Dat slaat nergens op, er lopen allemaal internationals. Alleen dat hele creatieve, precies dat waar ze beroemd om zijn geworden, ontbreekt wel. Voor mij is dat juist Ajax.

,,In 1982 speelde ik met Feyenoord tegen Ajax. Het werd 2-2 in de Kuip met die geweldige solo van Jesper Olsen. Met Gerald Vanenburg, ook al zo’n mooie speler. Ik heb rasvoetballer Robbie de Wit geweldige wedstrijden zien spelen. In zo’n feestweek zouden mensen nog weleens aan hem moeten denken. Wat een speler en wat een vreselijk abrupt einde van zijn loopbaan. Na zijn herseninfarct heb ik nog geprobeerd om hem naar FC Utrecht te halen. Hij leek tenminste op de weg terug, het zag er wel positief uit. Helaas is het daarna alleen maar minder gegaan.

,,Ik ga nog af en toe op bezoek bij de familie van Appie Nouri. Dat zijn zulke lieve mensen. Nee, ik vind het niet gek dat ze daar een Feyenoorder uitnodigen. Zo zou het overal moeten zijn. Niet dat ik daar moet zitten natuurlijk, maar los van de voorkeur voor clubs nodig je uit waar je zin in hebt. Die mensen hebben iets vreselijks meegemaakt, maar ze blijven zo positief. Dat vind ik knap. Hij had alles om bij Ajax een grote meneer te worden.

,,Zoals Sjaak Swart dat ooit was. Die zong op mijn 80ste verjaardag luidkeels het lied van Feyenoord. Dat is toch geinig? Sjaak, die heel onredelijk kan zijn als het over Ajax gaat. Maar ook gewoon een geweldige gozer.

,,En neem iemand als Louis van Gaal. Die lijkt in geen velden of wegen in hoe ik ben. Maar hij is wel puur. Vroeger haalde hij mijn zoons Boy en Willem weleens op om naar Ajax te gaan kijken. Toen hij bondscoach was, schreef ik weleens in mijn column dat hij heel erg gek deed. En dat hij steeds verkeerd begon en dan met drie spitsen ging spelen en de boel nog recht kon zetten. Maar als ik hem tegenkwam, was hij nooit boos maar vooral heel hartelijk.

,,Stonden we een paar jaar geleden bij die beelden in Zeist en kwam hij aan gefietst. Zo kaarsrecht op die fiets, weet je wel. Hij stopte en omhelsde mij. Nou hoeft dat ook weer niet, maar ik vond het wel grappig. Dat filmpje dat hij die kleine kinderen in een shirt van Ajax in formatie wilde laten spelen en ik de snottebellen van de jochies in Feyenoord-tenue afveegde, ging de wereld over. We waren de trainers van Ajax en Feyenoord en vonden dat leuk. Het was zoals ik ben, maar ook hoe Louis is en was. Prima, toch?

,,Dat hij zich nu nog met Ajax bemoeit, is toch ook leuk. Misschien kan hij wel vragen of ze iets meer vooruit willen gaan spelen, haha. Vroeger kregen clubs nog weleens een flink pak slaag in Amsterdam. Ik was net gestopt toen het bijvoorbeeld 8-2 werd voor Ajax tegen Feyenoord. Iedereen weet dat nog wel. En nee, het was niet Johan Cruijff die na afloop zei dat Feyenoord toch kampioen zou worden. Dat was ik. Maakt ook niet uit. Maar het klopte uiteindelijk wel, haha.

,,Ik hoop dat Ajax straks weer het spel zal gaan spelen waar ze beroemd mee zijn geworden. Ze overdreven dan soms zo enorm, haha. Dan was een doodgewoon talentje meteen weer het allergrootste talent van Europa. En een balletje breed was opeens iets unieks. Maar dat hoorde ook wel bij die club. Het is precies waarom veel mensen hopen dat ze verliezen. Nogmaals, ik niet hoor. Alleen als ze tegen mijn club spelen. En o ja, als ze met een B-garnituur menen te kunnen spelen. Of mag ik dat niet zeggen?’’
AD.nl
Trab: ''Niet afspelen, maar uitspelen.'' :ajax.gif:

Gebruikersavatar
Duke
Site Admin & AT EC 2016 winner
Berichten: 34682
Lid geworden op: ma apr 19, 2004 10:09 am

Re: AJAX 125 Jaar

Bericht door Duke » wo mar 19, 2025 8:52 am

There is only one difference between a madman and me. I am not mad.

Salvador Dali

Gebruikersavatar
Zuidema
Berichten: 12205
Lid geworden op: zo nov 09, 2003 1:35 am

Re: AJAX 125 Jaar

Bericht door Zuidema » wo mar 19, 2025 10:51 am

Duke schreef:
wo mar 19, 2025 8:52 am
Dan hoort deze hier ook: https://www.youtube.com/watch?v=TtjxeqwO80c
Moooooi. :biggthumpup.gif: :ajax.gif:
Trab: ''Niet afspelen, maar uitspelen.'' :ajax.gif:

Ajax Rules
Berichten: 33309
Lid geworden op: do jul 22, 2004 9:15 pm

Re: AJAX 125 Jaar

Bericht door Ajax Rules » wo mar 19, 2025 10:56 am

Het is altijd een dunne scheidslijn tussen prachtig en ietwat tenenkrommend. Het begin neigt voor mij iets meer naar het tweede, terwijl het daarna toch wel heel mooi wordt.

Beetje jammer dat die Ajax-vrouwen er altijd geforceerd bij moeten worden getrokken, maar goed: dat is de tijdsgeest.

Verder vind ik dat de periode 1900-1965 (wat mij betreft eigenlijk de mooiste periode) de afgelopen dagen er wel heel bekaaid afkomt. Als je er in slaagt om nog een opmerking over Lily Yohannes in zo'n fimpje te verwerken, noem of toon dan ook nog een keer Piet van Reenen of Jan de Natris of laat het Sparta-shirt een keer zien. Bijvoorbeeld.
Socialisme is afgunst vermomd als mededogen, opgelegd met tirannie in de kleren van tolerantie.

Gebruikersavatar
raymon
Site Admin & AT WC 2014 winner, Toto winner 16/17
Berichten: 23604
Lid geworden op: di sep 02, 2003 9:59 am
Locatie: St. Neots, UK
Contacteer:

Re: AJAX 125 Jaar

Bericht door raymon » wo mar 19, 2025 2:14 pm

Ajax Rules schreef:
wo mar 19, 2025 10:56 am
Het is altijd een dunne scheidslijn tussen prachtig en ietwat tenenkrommend. Het begin neigt voor mij iets meer naar het tweede, terwijl het daarna toch wel heel mooi wordt.

Beetje jammer dat die Ajax-vrouwen er altijd geforceerd bij moeten worden getrokken, maar goed: dat is de tijdsgeest.

Verder vind ik dat de periode 1900-1965 (wat mij betreft eigenlijk de mooiste periode) de afgelopen dagen er wel heel bekaaid afkomt. Als je er in slaagt om nog een opmerking over Lily Yohannes in zo'n fimpje te verwerken, noem of toon dan ook nog een keer Piet van Reenen of Jan de Natris of laat het Sparta-shirt een keer zien. Bijvoorbeeld.
Beetje jammer dat je je weer zo geforceerd druk maakt over vrouwen. Misschien moet je eens beseffen dat de Ajax-vrouwen heel veel meisjes positief beinvloeden en ze een voorbeeld geven dat ook zij een voetbal carriere kunnen hebben. Dat Ajax vrouwen een belangrijk onderdeel is van de club Ajax en dus ook in het 125 jarige bestaan meegenomen moeten worden. Voor een jong meisje is Lily Yohannes inderdaad een groot voorbeeld, veel meer nog dan een Bennie Muller of zelfs Johan Cruijff. Misschien moet je eens met een therapeut gaan praten over je angst voor de kracht van vrouwen.
"De waarheid is een geheel van maatschappelijk geaccepteerde leugens"

Gebruikersavatar
999
Berichten: 60829
Lid geworden op: do sep 25, 2003 6:53 pm

Re: AJAX 125 Jaar

Bericht door 999 » wo mar 19, 2025 4:25 pm

Misschien beter, om in plaats van over het welles-nietes te zeiken over vrouwenvoetbal in deze topic , artikelen hier te posten over heden en verleden betreffende .125 jaar AJAX historie ..
Blij met de punten ...

Plaats reactie