Francesco Farioli en de oefening in geduld
Door Pieter Zwart
De minimale zege van Ajax bij PEC Zwolle berust niet op toeval: 0-1. Waarom Ajax juist tegen teams als PEC niet volle bak druk zet.
Wie dit seizoen hoopt dat Ajax tegenstanders vanaf de eerste seconde bij de strot grijpt, komt bedrogen uit. In plaats daarvan ogen openingsfases vaak stroperig, met opvallend veel spelaandeel voor op papier mindere opponenten. Het uitduel met PEC Zwolle is op die regel bepaald geen uitzondering

Na 32 minuten verschijnt in beeld de veelzeggende statistiek dat zowel Ajax als PEC Zwolle nog niet tussen de palen heeft geschoten.
Dat wedstrijdbeeld past bij de manier waarop Francesco Farioli denkt over verdedigen. Anders dan bij veel Nederlandse trainers is de missie van de Italiaan om de bal koste wat het kost snel terug te veroveren.
De filosofie van Farioli is dat voetbal een spel is dat draait om de kwaliteit van kansen.
Ajax streeft in wedstrijden naar twee simpele doelen:
1. Zelf kansen creëren van hoge kwaliteit.
2. Verhinderen dat tegenstanders kansen creëren van hoge kwaliteit.
Onbezorgd tegenstanders hoog op het veld afjagen, past niet bij deze denkwijze.
Agressieve druk tot diep op de helft van de tegenstander leidt vaak tot het beeld dat dit seizoen te zien is bij Feyenoord en PSV: weinig schoten toestaan, maar met een relatief hoge kwaliteit.
Anders gezegd: teams komen vaak niet onder hoge pressie uit en arriveren daarom weinig in de vijandelijke zestien. Indien ze wél in dat strafschopgebied komen, is alleen de organisatie vaak weg en leidt dat tot goede kansen.
Traditioneel is dat in de geest van Johan Cruijff de denkwijze bij Ajax: pak vroeg de bal af en de tegenstander kan niet scoren.
Farioli handelt anders. Ajax arriveert onder zijn leiding vaak genoeg in situaties waarin een-op-een over het hele veld wordt afgejaagd, maar de Amsterdammers duwen nooit meteen volle bak op het gaspedaal.
Dat begint al bij de rol van de aanvallers. Farioli vraagt zijn spits om in eerste instantie te helpen bij het verdedigen van de passlijnen naar het middenveld. Op die manier kunnen de daadwerkelijke middenvelders langer vasthouden aan hun posities.
In de woorden van Wout Weghorst: 'We willen onze tegenstanders bij de strot pakken, maar wel gecontroleerd.'
Eerst gecontroleerd uitsluiten dat de tegenstander via het middenveld ontsnapt. Pas daarna vooruit doorstappen.
Een nuance die bij datzelfde uitgangspunt van controle past, is de wens van Farioli om tegenstanders te verleiden tot korte opbouw.
PEC Zwolle-trainer Johnny Janssen verklaart voor de wedstrijd bij ESPN dat hij zijn elftal heeft meegegeven de lange bal te benutten zodra Ajax afjaagt. Farioli weet dat dit scenario gepaard gaat met risico. Achterin een duel verliezen, zoals Youri Baas bijvoorbeeld is overkomen tegen Eintracht Frankfurt, leidt dan direct tot een grote kans.
Liever dirigeert Farioli het spel van teams als PEC in de door hem gewenste richting.
Ajax hoopt in Zwolle bijvoorbeeld duidelijk dat de opbouw via Simon Graves verloopt. De rechter centrale verdediger van PEC is beter in het uitvechten van duels dan in het versturen van passes.

Daarom zet Ajax in opbouwsituaties zoals bovenstaande met Steven Berghuis de passlijn naar linker centrale verdediger Anselmo MacNulty nadrukkelijk dicht. En Graves? Die wordt bewust vrijgelaten door eerst Brian Brobbey en later invalspits Bertrand Traoré.

PEC laat zich gewillig in deze door Ajax gewenste richting lokken. De volgende stap is dat Mika Godts een makkelijke uitweg lijkt te bieden door de passlijn richting Olivier Aertssen open te zetten, door naar binnen te knijpen.

Zodra Graves dankbaar die kans grijpt, sprint Godts alsnog naar voren en staat Aertssen ingesloten tegen de zijlijn.
Zo ontstaat in fases het beeld dat PEC lekker meevoetbalt, terwijl de ploeg van Jansen in feite precies de bal heeft op de plekken waar Ajax dat helemaal prima vindt.

Voor het oog van de neutrale kijker is dat bepaald geen feest. De slechtste opbouwers van PEC zijn immers frequent aan de bal, op zoek naar oplossingen die ze niet kunnen vinden.
Vanuit het oogpunt van resultaat is de oefening in geduld voor Ajax bijzonder effectief. De doelpogingen van PEC ontstaan vrijwel uitsluitend uit veroveringen op de vijandelijke speelhelft of spelhervattingen.

Bovenstaande heatmap van de balcontacten van PEC in de eerste helft is veelzeggend. De bal gaat naar rechts en daarna stokt het snel.
Dat vertaalt zich naar statistieken die inmiddels vertrouwd voelen voor Ajax in de Eredivisie. PEC noteert bijna net zoveel doelpogingen als de koploper, alleen is de kwaliteit van die schoten veel lager.

Dergelijke data zijn typerend voor het Ajax van Farioli.
- Alleen tegen Go Ahead Eagles zijn - gemeten in Expected Goals - de doelpogingen van net zo'n lage kwaliteit als tegen Ajax (0,09 xG per schot).
- Geen elftal creëert in de Eredivisie een hogere xG-waarde per schot dan Ajax (0,14 xG per schot).
Over het antwoord op de vraag of het voetbal dat deze cijfers oplevert leuk is om naar te kijken, valt te twisten.
Op de vraag of dat voetbal werkt, geeft de ranglijst een duidelijk antwoord.