'Europees succes voor Ajax is haalbaar'
Bron:
AD
AMSTERDAM - Martin van Geel is de meest besproken beleidsmaker van het afgelopen jaar. Na een grondige restauratie door de technisch directeur stapt Ajax vol optimisme richting het nieuwe seizoen.
Hoe sliep u afgelopen winter, toen de ene na de andere speler wilde vertrekken bij Ajax?
Martin van Geel: ,,Ik kende de situatie voordat ik begon, dus ik schrok er niet van. En misschien ben ik juist wel aangesteld door Ajax omdát de situatie was zoals hij was. Ik heb meteen geprobeerd duidelijkheid te scheppen. Met de spelers met wie we doorwilden, zijn we zo snel mogelijk gaan zitten: we willen je graag houden, dit zijn onze voorwaarden en dán willen we een antwoord. De club moest verder en alle partijen begrepen dat. Maar we kregen uiteindelijk nee, nee en nog eens nee.’’
Wat zegt dat?
,,Dat er blijkbaar geen vertrouwen was in Ajax. En er was het gegeven dat veel van die spelers al een behoorlijk aantal jaren bij de club rondliepen. Dan ben je toe aan verfrissing, dat is heel menselijk. Zelf heb ik dat ook meegemaakt als voetballer. Ik was op en top prof, deed alles voor de sport, maar na zeven jaar Roda JC haalde ik nét niet meer mijn top. Een jaar later speelde ik bij Feyenoord mijn beste seizoen ooit. Bij jongens als Galásek en Trabelsi kon ik dat gevoel goed begrijpen.’’
'Als dít lukt, lukt alles’, heeft u in die tijd wel eens stiekem verzucht.
,,Verzuchten was het niet. Bij AZ heb ik dat in de eerste maanden ook gedacht; als we dit voor elkaar krijgen, hebben we samen echt wat gepresteerd. Ik ben een bouwer, daarom vond ik de situatie bij Ajax ook zo’n uitdaging. Ik plan mijn eigen carrière niet, maar ik heb wel over mezelf geleerd dat ik een grote drive heb om er altijd en overal iets van te maken.’’
Een Goirlenaar met Brabantse tongval restaureert het mondaine Ajax. Hoe kan dat?
,,Dat kan heel goed volgens mij. Overal waar ik als speler en manager gewerkt heb, voelde ik me thuis en paste ik me moeiteloos aan. Blijkbaar zit dat in me. Als directeur vaar ik dezelfde koers als ik altijd heb gedaan. Ajax is groter en alles ligt sneller onder het vergrootglas, dat is het enige echte verschil met AZ of Willem II.’’
Ajax is een politieke partij, klinkt het vaak.
,,Daar kan ik helemaal niets mee. Ik wil daar ook niets mee. Mijn werk is om deze club zo goed mogelijk te laten draaien. Door de juiste mensen op de juiste plaats te zetten, door mensen verantwoordelijkheid te geven en enthousiast te maken. Ik houd me totaal niet bezig met welke lijntjes er lopen, of welke stromingen er zijn. Voor mij bestáán die niet.’’
Op de eerste training stonden Aron Winter en Frank de Boer naast de nieuwe technische staf op het veld. Piet Keizer is gepromoveerd tot technisch adviseur in een periode dat een aantal cultuurbewakers vertrokken. Dat is toch óók politiek?
,,Absoluut niet. Wij denken dat Aron Winter een heel goede trainer kan worden, daarom is hij aangesteld bij Jong Ajax. Punt. En in Frank de Boer hebben we net zoveel vertrouwen. Wij kijken naar kwaliteit en hoe mensen samen het beste kunnen renderen. Een Ajax-verleden is een toegevoegde waarde, maar het is geen uitgangspunt. Kwaliteit, daar gaat het om. Piet Keizer heeft jarenlang in onze scoutingstaf gezeten, maar kwam daar niet tot volledige ontplooiing. In zijn huidige rol bloeit hij als nooit tevoren. Er gaat geen dag voorbij zonder dat we contact hebben.’’
Dat zal Johan Cruijff tevreden stemmen.
,,De relatie tussen Johan en Ajax is nieuw leven in geblazen, daar heb ik zelf het initiatief toe genomen. Door naar hem toe te vliegen en het gesprek aan te gaan. We hebben heel open gesproken en bleken aardig op één lijn te zitten. Johan was niet blij dat zijn naam bij Ajax te pas en te onpas werd gebruikt in allerlei kwesties, terwijl de relatie in werkelijkheid niet zoveel voorstelde. Dat maakte hem vooraf wat sceptisch. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat we zijn advies hoog achten, dat we open staan voor zijn ideeën. De grenzen zijn daarbij heel duidelijk. We nemen de visie van Cruijff serieus, maar de verantwoordelijkheid ligt altijd bij ons.’’
Het succes van Ajax in 1995 blijft het ideaalbeeld voor iedere grote club uit een kleine competitie. Is een dergelijk succes nog haalbaar?
,,Dat denk ik wel en dat is wel ons doel. Als je de juiste toon raakt, met een goede technische staf en een goede groep, dan zijn de verschillen niet zo groot als ze lijken. PSV heeft dat al laten zien, waarom zou Ajax dat niet kunnen? Dat kan binnen twee of drie jaar al. Bij AZ hadden we een zeven jarenplan om de nationale top te halen, het ging veel sneller.’’
De jeugdacademie vormde tien jaar geleden de basis van het succes. Destijds leidde Ajax nog op voor de echte Europese top, tegenwoordig is dat anders.
,,Dat is waar. Al bestaat nog steeds 50 procent van onze selectie uit zelf opgeleide spelers hè, dat is niet verkeerd. Toch denken we inderdaad dat het beter kan. We gaan onder meer in de mentale begeleiding investeren. Bij jeugdteams van Ajax is er niets mis met de discipline, integendeel. Maar zodra onze eigen spelers voor het eerst de brug naar de Arena over reden in hun nieuwe Audi, ontstonden er juist op dat vlak problemen. ‘Zo,hehe, we hebben het bereikt’, dat gevoel sloop erin. Met hulp van de Johan Cruyff Academy willen we dat jonge spelers zich breder ontwikkelen, door ze ook buiten het voetbal een uitdaging te geven. Zodat ze mentaal wat verder zijn als ze de Arena binnen stappen.’’
Wat heeft u op de Toekomst veranderd?
,,We willen meer energie steken in de individuele begeleiding van spelers. We leiden op voor het eerste elftal, dan moet je specialistisch werken en minder in grote groepen. Voor komend seizoen is Simon Tahamata bijvoorbeeld van een team afgehaald, om zich uitsluitend te gaan richten op techniektraining. Op die manier hebben we meer geschoven en accenten verlegt.’’
In uw visie mag Ajax nooit een tussenjaar beleven. Zijn de voorwaarden daarvoor nu geschapen?
,,Ik kan niet in de toekomst kijken, maar het goede gevoel is er. Ik denk dat er balans en kwaliteit zit in de huidige selectie. En ik proef gedrevenheid, plezier en de trots om voor Ajax te spelen. Zonder te suggereren dat dat er onder de vorige staf niet was, laat dat gezegd zijn. Met jongens als Jaap Stam, Gabri en ook Klaas Jan Huntelaar hebben we spelers die in staat zijn weerstanden te overwinnen. Voorheen ontbrak het daar nog wel eens aan. Daarnaast hebben we op het gebied van leiderschap en fysieke kracht terrein gewonnen, met Stam als duidelijkste voorbeeld.’’
Toch boeken teams met zóveel mutaties vrijwel nooit direct succes.
,,Klopt, dat is zeldzaam, heel weinig trainers krijgen dat voor elkaar. De situatie waar we nu uitkomen, met zestien vertrekkende en zeven nieuwe spelers, was dan ook absoluut niet goed. Het haalt je basis, je continuïteit onderuit. Andersom biedt het ook weer mogelijkheden, het biedt de kans om echt een nieuwe start te maken. De rol van de coach zal cruciaal zijn in dat geheel. Hij moet die verzamelde talenten en karakters sturen, motiveren, laten groeien en bloeien. Wij denken dat Henk ten Cate dat als geen ander kan. Hij is typisch een trainer die een club van hier naar daar kan brengen. Iemand met een enorme motivatie en drive.’’
Was de vervanging van Ten Cate voor Danny Blind uw moeilijkste beslissing van het afgelopen jaar?
,,Ja. Omdat het veruit de belangrijkste beslissing was. Je hebt 26 spelers, maar slechts één trainer. Je hebt met mensen te maken, van wie je weet dat die beslissing pijn gaat doen. Dat aspect is veruit het vervelendste onderdeel van mijn vak. Dat went nooit en dat mág ook nooit gaan wennen. Je bent in de eerste plaats mens. En toch moet je zo’n beslissing nemen. In het clubbelang, zoals ik dat ook bij Willem II en AZ heb gedaan. Bovendien was het een breed gedragen besluit, genomen door alle beleidsbepalers. Zo’n beslissing neem je niet in je eentje.’’
Net als uw vertrek bij AZ, leidde dat besluit tot een storm aan kritiek. Raakt u dat nog?
,,Toen we in Tilburg Co (Adriaanse, red.) aanstelden, werden we de eerste twee maanden met de grond gelijk gemaakt. Hoe kónden we aan zo’n tiran beginnen ? Het vertrek van Henk van Stee bij AZ werd ook niet begrepen. Maar ik heb me nooit laten leiden door kritiek of scepsis.
Zoals ik ook lof van me af laat glijden, dat deed ik als speler al. Je moet altijd je eigen koers blijven varen. Als je wilt veranderen, stuit je op weerstand. Mensen zijn van nature behoudend, ze willen houden wat ze hebben. Maar als je een tafel glanzend wilt maken, zal je eerst heel hard moeten wrijven.’’