‘Vedettes kennen we niet bij Ajax’
Bron:
BN De Stem
Zaterdag 12 augustus 2006 - Ajax-trainer Henk ten Cate is zes weken in dienst bij zijn nieuwe club. Morgen begint het Nederlandse seizoen voor Ajax met de wedstrijd om de Johan Cruijffschaal tegen PSV. Hij ziet zichzelf als iemand die Ajax met zijn staf nieuw elan gaat geven. ‘Als het gevoel goed is, komen de driehoekjes vanzelf.’
- Hoe heb je de afgelopen weken ervaren?
„Heel prettig. Ik heb samen met mijn staf heel goed kunnen werken. De kwaliteit van de spelers is erg goed. Ook het wonen in Nederland bevalt me na drie jaar in Spanje weer goed. En hoewel de kwaliteit van het voetbal in de wedstrijd tegen FC Kopenhagen voor verbetering vatbaar was, ben ik heel tevreden met de 2-1-zege. Heel tevreden. Laten we hopen dat we morgen tegen PSV weer winnen.“
- Je bent best een bijzondere trainer voor Ajax. Je bent de eerste trainer die half Surinaams is.
„Ik heb een ander kleurtje, ja. Maar dat vind ik niet zo bijzonder. Niet in positieve en niet in negatieve zin. Ik heb gezien mijn half-Surinaamse en half-Nederlandse afkomst het mooiste van twee culturen meegekregen. De warmte, gastvrijheid en liefde van de Surinaamse cultuur zijn mooi. Van de Hollandse cultuur houd ik van het praktische en het georganiseerde. Ik heb verder ook nog in Spanje (FC Barcelona), Duitsland (KFC Uerdingen) en Hongarije (MTK Boedapest) gewerkt. Door die gedifferentieerde achtergrond ben ik een heel rijk mens geworden.“
„Kijk, ik vind het eigenlijk niet zo interessant, mijn Surinaamse achtergrond. Want uiteindelijk blijf ik gewoon Henk ten Cate. Met zijn goede en zijn slechte dagen.“
- Je bent lang geleden ook eens bij Ajax geweest. Als speler.
„Ja, dat klopt. Ik ben hier zelfs twee periodes geweest. Een keer als jong jochie en één keer toen ik 19 was. Dat ging niet zo heel lekker. Ik voelde me toen niet echt thuis, voelde me een beetje een vreemde eend in de bijt. Misschien lag dat wel aan mezelf. Maar die tijd ligt al heel ver achter me, dus ik weet het ook niet meer precies.“
- Heb je er toen wel eens over gedacht om terug te keren als trainer van Ajax?
„Nee, dat heb ik nooit gedacht. Dat ik nu trainer van Ajax ben, heeft te maken met het feit dat ik ooit heb besloten om trainer te worden. Ik heb mezelf als beginnende trainer doelen gesteld. Eén doel was om een topclub te trainen. Ajax is een topclub. Dus daarom ben ik hier.“
- Je bent ook hier omdat de clubleiding een cultuuromslag wil maken. Jij bent daar een belangrijke pion in. Hoe staat het ervoor?
„Laat ik voorop stellen dat ik niet de enige ben die daarmee aan de slag gaat. Dat doen we met z’n allen. Van de materiaalmannen, de medische staf tot mijn collega-trainers Fons Groenendijk, Hennie Spijkerman, Fred Grim en stagiair Frank de Boer.
„Ik vind cultuuromslag trouwens een groot woord. Maar het is wel belangrijk dat het team groeit. Ik vond het bijvoorbeeld mooi dat mijn spelers in de oefenwedstrijd tegen Inter bij een opstootje fel van zich afbeten. Je ziet dat er een team begint te staan. De spelers komen voor elkaar op.“
„Een ander mooi moment vond plaats tijdens een overleg met de medische staf. ‘Er zijn nog nooit zo weinig blessures geweest’, zeiden ze. Dan weet ik dus dat ik op de goede weg ben. Het betekent namelijk dat een mentaliteitsverandering gaande is in de spelersgroep. Die wordt mede ingegeven door types als Gabri en Jaap Stam; jongens die op en top prof zijn en die tegen een pijntje kunnen. Die ook met een pijntje kunnen spelen. Dat stukje professionaliteit ontbreekt soms nog wel eens bij die jonge gasten. Ze hebben ook nog wat moeite om met kritiek om te gaan. Maar ik krijg wel de indruk dat ze zich daarin verbeteren. Ze beseffen dat de trainers hen willen helpen met die kritiek. Dat is positief.“
- Je bent blij om een opstootje en de bevindingen van de medische staf. Zijn de driehoekjes op het trainingsveld niet belangrijker?
„Als je het mij vraagt, begint het niet bij de driehoekjes op het veld. Het begint met het strikt naleven van professionele normen en waarden. Dat je voor elkaar moet werken. De vedettestatus kennen we hier niet.“
„We willen een proces in gang trekken waarbij de spelers van Ajax weer durven te voetballen. Dat doe je door zelf een hele positieve houding aan te nemen, maar ook door spelers te wijzen op hun taken en verantwoordelijkheden. En door op trainingen veel oefenvormen te herhalen.“
„Bij Barcelona duurde het bijna een halfjaar voordat het veranderingsproces in de selectie goed op gang kwam. Het gebeurt niet van de ene op de andere dag dat de groep voor de volle honderd procent in zichzelf gaat geloven en durft te voetballen. De weg naar boven verloopt geleidelijk.“
„Ik zal altijd blijven zeggen dat de spelers van Ajax moeten voetballen. Ook al lukt dat lang niet altijd. Laat ze maar fouten maken. Je moet door die zure appel heen bijten. De enige manier om gebrek aan durf te doorbreken, is door stoïcijns te blijven doorgaan met durven voetballen. Als vervolgens het gevoel van de spelers goed wordt, komen de driehoekjes vanzelf. Want er lopen hier alleen maar spelers met veel kwaliteit.“
- Voor hoeveel procent ben je motivator?
„Dat weet ik niet precies. Het is een onderdeel van je vak, maar hoe groot? Je moet in elk geval niet alleen maar motivator zijn. Anders ben je een soort Emile Ratelband en dat ben ik niet. Ik denk dat ik de spelers zinnige dingen kan bijbrengen over het spel.“
- Je hebt getraind bij Go Ahead Eagles en bij FC Barcelona. Geldt: hoe groter de club is, hoe minder bewegingsruimte trainers hebben en hoe meer beperkingen er gelden?
„Nee, beperkingen leg je jezelf op. En ik ben een type trainer dat zich nauwelijks beperkingen laat opleggen. Ik werk op mijn eigen manier. Met die werkwijze ben ik ook bij Ajax terecht gekomen. Het zou gek zijn als ik het nu ineens anders zou doen. Ajax weet wie ik ben, want ik denk dat de club zijn huiswerk goed heeft gedaan voordat ik werd aangesteld.“
„Kijk, als ik vind dat ik het op een bepaalde manier moet doen, doe ik dat. Omdat mijn hart me dat ingeeft.“
- Kun je jezelf verwijten dat je hart je iets verkeerds ingeeft?
„Nee, dat kan niet. Je bent zoals je bent.“
- Tien jaar geleden verbaasde jij je over het gemak waarmee oud-topspelers trainer konden worden bij topclubs. Via Frank Rijkaard en FC Barcelona lig je nu goed in kringen van oud-topspelers. Je zit bij een topclub. Ben je van kamp gewisseld?
„Wie zegt dat ik nu goed lig bij oud-topspelers? Ik geloof niet in kampen van oud-topspelers en een ander kamp. Je moet open kunnen staan voor álle adviezen. Ik heb in mijn eentje toch niet de wijsheid in pacht?“
„Kijk, het wiel is al lang uitgevonden en de weg naar Rome ook. Maar als er iemand een kortere weg naar Rome weet en het kost me minder benzine, ben ik stom om daar niet naar te luisteren. Dat geldt in voetbal ook. Als er iemand met een andere invalshoek komt en dat leidt tot sneller resultaat, dan ben je toch dom als je daar geen gebruik van maakt? Ik heb een heel breed spectrum.“
„Rijkaard heeft bij zijn aanstelling in Barcelona gedacht wat hij kon doen om tot succes te komen en hij is bij mij terecht gekomen. Ik had meer ervaring op het veld dan hij. We waren complementair, wonnen twee Spaanse landstitels, de Spaanse supercup en de Champions League.“
- Kwam je Johan Cruijff wel eens tegen in Barcelona?
„Ja. Af en toe golfden we en we zagen elkaar bij sociale gelegenheden. We spraken gek genoeg nooit, of bijna nooit, over voetbal. Cruijff heeft me wel eens zien trainen in Spanje. Hij kent mijn filosofie over voetbal. Misschien heeft Ajax bij hem geïnformeerd toen ze hun huiswerk over mij aan het doen waren, maar dat weet ik niet. Mocht Ajax dat hebben gedaan, dan denk ik dat Cruijff wel een positieve bijdrage heeft geleverd.“
- Ajax is een club die nogal politiek is. Heb je er als iets van gemerkt?
„Ik merk dat er een afstand is tussen de Arena en De Toekomst. Het ligt hemelsbreed vijfhonderd meter uit elkaar, maar het lijken wel vijftig kilometer. Ik hoop dat we dichter naar elkaar kunnen groeien.“
„Het liefste zou ik op De Toekomst trainen. Er wordt uitgezocht of dat logistiek mogelijk is. Je hebt er de warmte van een amateurvereniging. Het trainingsveld bij de Arena is prachtig, maar het is natuurlijk niet echt gezellig. Op De Toekomst vind je de veilige warmte van een echte thuishaven. Ik denk dat het goed voor de hele club zou zijn als we met het eerste efltal daar kunnen trainen.“
„Trainen op De Toekomst kan ook een prachtige voorbeeldfunctie voor de jeugd van Ajax hebben. Dan zien die jochies de spelers van het eerste van heel dichtbij. Dat is voor iedereen goed. Want iemand die de stap van De Toekomst naar de Arena maakt, voelt zich in eerste instantie als een kat in een vreemd pakhuis.“
- Trainers lijken te veranderen bij Ajax. Co Adriaanse en Danny Blind, bijvoorbeeld, kwamen als open mensen binnen, maar ze hadden moeite zichzelf te blijven.
„Dat weet ik niet, daar ben ik niet bij geweest. Ik hoop dat ik bij Ajax kan blijven wie ik nu ben. Maar ik denk dat alles valt of staat met hoe je eigen karakter is.“
„Als je verliest als trainer, ben je kop van Jut. Daar moet je niet moeilijk over doen, want dan had je een ander vak moeten kiezen. Maar er zijn wel verschillende manieren waarop je kunt omgaan met een situatie waarin je onder vuur ligt. Er zijn mensen die in zichzelf keren in een onzekere situatie. Anderen doen dat juist niet. Ik ben vrij open en vrij direct. Als ik het ergens niet mee eens ben, zeg ik dat. Op een respectvolle manier. Maar als ik merk dat iemand mij als mens wil beschadigen in plaats van oprechte kritiek op mijn werkwijze leveren, dan kan ik heel boos worden. Maar als ik heb gezegd wat ik wilde zeggen, dan ben ik mijn boosheid kwijt en gaan we weer over tot de orde van de dag.“