Van moeten naar willen
Van onze verslaggevers Poul Annema en Willem Vissers
Qua punten is Ajax precies een jaar na verschijning van een revolutionair hervormingsrapport vrijwel niets opgeschoten. Ook in 2009 lonkt de crisis, net als in 1999, 2000, 2001, 2005, 2006, 2007 en 2008.
Van Basten = Koster (trainer).Coronel = Jaakke (voorzitter).Van den Boog = Fontein (directeur).
Andere tijden, andere poppetjes. Alles lijkt anders bij Ajax, één jaar na de verschijning van het rapport van de commissie Coronel, dat de rood-witte puinhopen van het afbrokkelende Ajax-imperium in het afgelopen decennium trachtte op te ruimen.
Maar ís alles ook anders? Welnee: de 41 punten uit 22 duels van een jaar geleden zijn nu 42 punten. De kans op de 30ste landstitel is kleiner dan vorig jaar. En Ajax is na drie nederlagen en een gelijkspel in vier duels zelfs een illusie armer dan destijds. Op 17 februari 2008 was de presentatie van het veelbesproken rapport. Twee dagen later verscheen Cruijff aan voetballend Amsterdam om zijn jeugdliefde te dienen en waarde het hardnekkige gerucht rond dat Van Basten kwam. Ajax gonsde.
Kraker
Nu morren de supporters, is de kortstondige vrijage van icoon Cruijff voltooid verleden tijd en kan ook Van Basten de al bijna traditionele wisselvalligheid niet in een handomdraai verhelpen. En morgen is de kraker tegen die andere voormalige topclub in last, Feyenoord.
‘Het was een bewogen, zware week, en die is nog niet eens voorbij’, zegt Van Basten over de nasleep van de nederlaag (4-1) tegen Vitesse. ‘Het was ook mooi, interessant en leerzaam. Uit moeilijke momenten groeit vaak iets moois en onder druk is het zaak het hoofd helder te houden.’
Voorzitter Uri Coronel: ‘Van de 38 aanbevelingen uit het rapport zijn de meeste uitgevoerd, of we zijn bezig ze uit te voeren. Er is een heleboel veranderd. Er is rust, de raad van commissarissen regeert op afstand, de directie is compleet, de technische leiding is een eenheid. Tot drie weken geleden was ik héél tevreden, maar in korte tijd hebben we de kampioenskansen verspeeld. Dat is teleurstellend, heel erg teleurstellend.’
Rustig
Ajax, de club van het moeten, probeert rustig te blijven door te wijzen op het willen. Arend de Roever, voorzitter van de in Amsterdam machtige ledenraad: ‘Het kan niet zo zijn dat het elftal dat gold als kampioenskandidaat, er opeens niets meer van kan. Voetbal is geen empirische wetenschap. Wij storten het fundament waarop de professionals in hun langetermijnvisie verder moeten kunnen bouwen. En het kan niet zo zijn dat Marco van Basten, aan wiens deskundigheid nooit is getwijfeld, opeens geen verstand van voetbal meer heeft.’
Of, om in supportersjargon te spreken: de gedroomde trainer is niet opeens een pannenkoek.
Coronel kan nog wel doorgaan over de goede werken, over strakkere afspraken met de scouting, gerichtere aankopen of betere sfeer. ‘Mijn gevoel is dat er minder achterkamertjespolitiek is, minder roddel en achterklap.’
Machtstrijd
In zoverre heeft hij ongetwijfeld gelijk. Waar Fontein ook intern een afstandelijke, voormalige ijsverkoper van Unilever bleef, is algemeen directeur Van den Boog een sympathie uitstralende clubman aan wie nog niemand zich kan ergeren. De bijna traditionele machtsstrijd tussen de technisch directeur en de trainer (Beenhakker/Adriaanse, Van Gaal/Koeman, Van Geel/Ten Cate) is voorbij.
Alleen de resultaten van het eerste elftal vallen weer tegen. Die verdomde resultaten. Van den Boog, die het cliché niet schuwt: ‘Je lacht met elkaar en je huilt met elkaar.’
Op technisch gebied is de macht, zoals het rapport vroeg, in handen van één man gegeven: Marco van Basten, die in Danny Blind een trouwe dienaar heeft. Volgens een citaat uit het rapport zou Van Basten moeten zijn: ‘Een sterke trainer met bewezen managementkwaliteiten die leiding geeft aan de gehele betaald voetbal afdeling waaronder een hoofd scouting.’
Werken
De vraag is gerechtigd of Van Basten ‘bewezen managementkwaliteiten’ heeft, of hij een ‘manager van specialisten’ (citaat Van Gaal) is, zoals Hiddink, Beenhakker, Van Gaal, Ferguson of Wenger. Op grond waarvan zou hij dat al zijn? Toen Van Basten na het noodzakelijk afbreken van zijn loopbaan als topvoetballer in 1993 een jaar of tien afzijdig bleef van het voetbal, vroegen zijn kinderen weleens: papa, wanneer ga jij weer eens werken?
Van Basten was nooit leraar, zoals Hiddink, Van Gaal of Michels, en hij verbleef nooit in de kelder van het voetbal, zoals Beenhakker. Integendeel: hij vertoefde vrijwel altijd in de schijnwereld van de absolute top. Hij hoefde alleen zichzelf te managen. Als bondscoach van het Nederlands elftal, zijn enige serieuze eerdere baan als trainer, was hij de spil van een ervaren begeleidingsteam.
Pas nu, bij Ajax, de moeilijkste club van Nederland, is hij manager in wording, de vader van een grote familie. Het is hem aan te zien. Het gebruinde gelaat met het korte, jong makende kapsel is vervangen door zorgelijker trekken onder weer langer, steeds grijzer haar.
Perfectionist
Bovendien is Van Basten de perfectionist die altijd met de besten der aarde voetbalde en onder de besten trainde. Een half woord was genoeg voor de in de basis introverte trainer, die zijn staf liever aanvult met vrienden dan met radicaal andersdenkenden. Het toevoegen van Frank de Boer op los-vast-basis is een teken.
Van Basten sprak deze week met onder andere Van den Boog, die hem adviseerde iets meer, maar vooral anders te communiceren. Iets vier keer zeggen in plaats van drie keer, opdat het begrip toeneemt. ‘Voor sommige individuen is extra aandacht belangrijk.’
Bij het Nederlands elftal kon hij kiezen uit de beste voetballers van het land. Bij Ajax heeft hij niet eens de besten van Noord-Holland tot zijn beschikking, want die voetballen in Alkmaar. En in tegenstelling tot illustere voorgangers uit de clubgeschiedenis moet hij, door de moderne verhoudingen in het voetbal, zijn toppers veel eerder laten vertrekken. Hij mocht dan wel 34 miljoen investeren, spelers van buiten hebben traditioneel tijd nodig om aan Ajax te wennen.
Leerproces
Net als zijn vroegere meester Cruijff, een veel intuïtiever mens dan de systematische Van Basten, hamert hij op het leerproces. Maar de buitenwereld heeft geen tijd voor geduld. Ajax, de meest intens gevolgde club van Nederland, is in deze mediacratie van iedereen. Naast de Arena staat een supportershome waarvan de bewoners zich laten horen, desnoods in gevechtstenue. Ajax scheurt altijd over de linkerstrook van de snelweg en knalt af en toe tegen de vangrail.
Van Basten zei in 2008, in Sportweek: ‘Dit is een maatschappij van uitersten. We hellen steeds meer naar de entertainmentkant in plaats van naar de sport. Je wordt bijna een circusact.’
Bovendien is het niveau van de spelersgroep hem iets tegengevallen, ‘maar het is nu niet het moment daarover iets te zeggen’.
De Toekomst
Van Basten koos nadrukkelijk, ook letterlijk, voor De Toekomst, de jeugdopleiding van Ajax die zoveel mooie spelers voortbracht; van de 28 selectiespelers bleken15 bij de presentatie op parkeerplaats P2 afkomstig van De Toekomst. Sarpong, De Jong, Anita, Van der Wiel, Donald, Emanuelson, Martina, Vermaelen, Vertonghen; het zijn goede voetballers, (nog?) geen toppers. Aankopen vallen tegen of zijn geblesseerd.
Suarez, die veel verdoezelde, heeft een terugval. Doelman Stekelenburg, die terugkeerde van een blessure, is nu minder dan Vermeer. Wielaert is zonder ‘sloper’ naast hem in het centrum een angstige voetballer. Van Basten lijkt bovendien vergeten dat vrijwel nooit een zeer jong elftal kampioen wordt.
Opeens doemt het silhouet van Cruijff weer op aan de horizon. Was het niet Cruijff die na zijn komst, een jaar geleden, zei dat de opleiding op de schop moest, ondanks Sneijder, Babel, Van der Vaart en De Jong? Ja, dat was Cruijff. Maar die verdween weer, toen Van Basten vond dat Cruijff te revolutionair was.
Schrobbering
Van Basten heeft het gelijk van Cruijff in feite al toegegeven. ‘We leiden niet op voor mentale weerbaarheid’, zei Van Basten duidelijk na de schrobbering in Heerenveen. Hij bestempelde zijn selectie als mooiweervoetballers. Hij herkende zichzelf niet in zijn spelers. Toch beseft Van Basten dat de opleiding de levensader van de club is. Ajax kan en wil niet anders.
Op een regenachtige woensdag trainen de F-pupillen op De Toekomst. Prachtige acties van diamantjes, euforisch gejuich. Jeugdtrainer Simon Tahamata, qua techniek een van de grootheden uit het verleden van de club : ‘Ajax mag de jeugd nooit verloren laten gaan. Het probleem van deze jeugd is de tijd. Van de laatste lichting B-junioren hebben 12 van de 16 spelers een contract aangeboden gekregen. Dat bewijst dat ze goed zijn, maar nu gaat het erom of ze zich staande kunnen houden in de nieuwe wereld.’ Dat is de wereld zonder tijd, zonder geduld.
Zo laveert Van Basten, de manager in de dop, op zoek naar de modus waarin hij zich het prettigst voelt. Hijzelf is nadrukkelijk onderdeel van het leerproces, zo geeft hij ook geregeld toe, in deze nieuwe fase van zijn leven.
Kwetsbaar
De ene keer stelt hij zich kwetsbaar op door te vertellen dat hij de wijsheid niet in pacht heeft, dat stoppen weleens door zijn hoofd schiet. Dan weer hekelt hij zijn spelers, in heftiger bewoordingen dan voorgangers als Cruijff en Van Gaal in het verleden.
De ene keer maakt hij een statement tegen de arbitrage door het veld op te lopen, dan weer berust hij op de bank tegen vermeend onrecht. En uitgerekend de trainer die al een loopbaan lang hamert op samenspel, die bij Oranje de ultieme teamspelers Mathijsen en Kuijt bracht, is afhankelijk van paradijsvogels als Suarez, Cvitanich, Sulejmani en Leonardo.
Geduld heeft Ajax nodig, maar geduld bestaat alleen intern. ‘In alle gelederen is het vertrouwen in ons uitgesproken.’
Arrogantie
Het voordeel van de situatie is dat het gebrek aan succes de arrogantie heeft doen wegebben. Directeur Fontein begon elk seizoen op kantoor door het clublied gezamenlijk te zingen, afgesloten met de uit volle borst geslaakte kreet ‘Ik ben Ajacied’. Van den Boog zegt dat Ajax niet moet, maar wil winnen.
Als Van den Boog op een maandag verslag doet van een door supporters afgedwongen bijeenkomst, meldt hij dat de voetballers iets harder moeten werken. Waar is de tijd gebleven dat de fans goed voetbal eisten, dat ze trainer Ivic naar huis floten door zijn niet gepruimde stijl? Rond het veld mag Ajax dan het geduld hebben omarmd, op het gras is rusteloosheid nog steeds de norm.
Succesje
Met 14 punten achterstand op AZ kan Ajax alweer een landstitel vergeten. Ajax heeft geduld nodig en dat is iets makkelijker op te brengen met succesjes tussendoor. Uri Coronel: ‘Winnen of verliezen van Feyenoord, dat maakt zondag een levensgroot verschil voor je gevoelswereld.’
Op de presentatie van de ploeg zei aanvoerder Huntelaar, bij de aanvang van het seizoen: ‘Als we voetballen als team, hebben we goede kans kampioen te worden.’ Vier maanden later was Huntelaar vertrokken naar Real Madrid. Zelfs Tahamata, de gedreven opleider, vertrekt bij Ajax. Hij gaat naar Al Ahly, een club in Saudi-Arabië nota bene.
De weg naar winst, heette het rapport van Coronel. Die weg is uitputtend. Voor het vijfde seizoen op rij wordt Ajax geen kampioen. Geduld is het toverwoord.