En daar waren drie toespraakjes: eentje van de directeur van het Amsterdams Historisch Museum, eentje van John Jaakke en eentje van uw aller Ome Ko! Ik was gevraagd om een soort 'gesproken column' voor te dragen daar. Zo gezegd, zo gedaan.
Voor wie het boeit: hier is 'ie!
K.Ome Ko schreef:Ajax krijgt een plekje in de permanente tentoonstelling van het Amsterdams Historisch Museum.
Het zou een keer tijd worden.
Ik bedoel: het woord historie komt van het Griekse werkwoord historein, dat ‘vertellen’ betekent. Bij ons betekent het woord historie ‘geschiedenis’ of ‘verleden’. Historie is dus eigenlijk: vertellen over het verleden. Ik zou dus zeggen dat wij, Ajacieden, onderhand wel een plekje in dit museum verdiend hebben. Want: ouwehoeren over vroeger… dat is onze specialiteit. We dóen niet anders!
Wat wrijven we het er graag in: Michels, Cruijff, Keizer, Rijkaard, Van Basten, Bergkamp, noem ze maar op. Wij – AFC Ajax uit Amsterdam – wonnen de Europacup I drie keer op rij in de jaren zeventig, en later wonnen we ook nog elke Europese beker één keer. En dan hebben we ook nog drie Europese Supercups en twee Wereldbekers in de kast staan. Dat is dus yahtzee, grote straat én full house, dames en heren. Dat doen weinigen ons na, en de paar díe het ons hebben nagedaan, hebben dan weer niet zo’n mooi shirt als wij.
Daag ons, Ajacieden, uit tot een potje historisch armpjedrukken en we zullen u demonstreren waarom we naast de meest geliefde club van Nederland tegelijkertijd ook de meest geháte club van Nederland zijn. We houden er namelijk nooit meer over op. Op het thema ‘wij zijn de beste’ kunnen we variëren tot u er helemaal gek van wordt.
Ik wil maar zeggen: een mooi plekje in een museum dat over het verleden ouwehoert, hebben we wel verdiend, dacht ik zo.
Zoals u weet, dames en heren, heeft de tijd drie dimensies: het verleden, het heden en de toekomst. Als je die drie dimensies als een doorlopende lijn tekent, valt meteen op dat het grootste deel van de eeuwigheid uit ‘verleden’ en ‘toekomst’ bestaat. Het heden stelt eigenlijk niets voor: dat is maar een streep, een breukvlak, precies dáár waar het verleden ophoudt en de toekomst begint. Op de tijdslijn kijk je er eigenlijk zo overheen.
Ook bij Ajax gebeurt dat wel eens.
Onze club is van oudsher gezegend met supporters die goed over het verleden kunnen praten, en bestuurders die goed over de toekomst kunnen praten. De thuisbasis van de vereniging is zelfs vernóemd naar De Toekomst, dat enorme, eindeloze stuk tijdslijn dat nog voor ons ligt.
Het leuke van de toekomst is dat je er zo optimistisch over kunt zijn als je zelf wilt. En omdat er aan het zelfvertrouwen van de Amsterdammer - en dat van de Ajacied in het bijzonder – meestal niet zo veel mankeert, schrijven wij Ajacieden het woord ‘toekomst’ bij voorkeur maar vast in dezelfde dikke gouden letters als het woord ‘verleden’.
Vróeger waren we geweldig – en binnenkort zijn we het wéér!
Makkelijk zat.
Dat heeft maar één nadeeltje: voor je het weet, zie je dat ene flinterdunne streepje tijd over het hoofd dat er precies tussenin zit. Het heden dus.
Tja – het heden.
Daar heeft Ajax het de laatste jaren een beetje moeilijk mee: om er in het héden iets bijzonders van te bakken. En da’s toch jammer, want hoe belangrijk het verleden en de toekomst ook zijn: het heden is de enige tijdsdimensie, het enige nietige stipje op de tijdslijn waarop je daadwerkelijk kunt laten zien wat je waard bent. Als het heden niets oplevert, wordt het blinkende goud uit het verleden langzaam doffer – en blijft de toekomst altijd maar de toekomst: een museum van grootse plannen.
Daarom, dames en heren, stel ik het volgende voor.
Laten we in het Ajax Museum en hier, bij het prachtige nieuwe Ajax-altaar van het Amsterdams Historisch, het verleden van Ajax eren. Het is het waard om bij stil te staan. En vooruit: in het café of op de tribune mogen we af en toe ook even over die goeie ouwe tijd kletsen. Want wat waren de momenten mooi.
Op de tribunes van De Toekomst praten we over… jawel, de tóekomst. Want die is ongetwijfeld mooi. Ajax hééft de toekomst en voor het eerst in een paar jaar geloof ik het ook weer echt wanneer ik dat zeg.
Maar laten we elders, en dan vooral in de Amsterdam ArenA, proberen om met zijn allen, als Ajacieden, een ietsiepietsie meer van het héden te maken dan in de afgelopen seizoenen gebeurd is. We hebben er de mensen voor: op het veld – én er omheen. Het is de moeite waard, want van alles wat je in het heden goed doet, wordt het verleden weer een stukje mooier. Een seconde later al.
Terug naar vandaag. Vandaag is zo’n dag waarop het verleden en het heden elkaar raken, en we even ongegeneerd trots mogen zijn op óns plekje in dit museum. Het is mooi dat het er eindelijk van gekomen is. En dat mogen we nú, in het heden, best even vieren.
Voor straks: op uw gezondheid én die van Ajax. Proost.