Het voetballeven van John Rep: ‘Cruijff was de beste, maar die eeuwige armgebaren...’
Mikos Gouka 20-11-21, 08:02 Laatste update: 08:21
John Rep verheugt zich er bepaald niet op, zijn 70ste verjaardag van komende donderdag. Al prijst hij zich gelukkig dat hij nog gezond is. ,,Ik mankeer niets, maar je denkt er weleens over na hoor. Dat de naam Rep ook in het rijtje Cruijff, Suurbier, Keizer, Rensenbrink komt.’’
Johnny Rep snapt het ook even niet meer. Is hij in café-restaurant De Krokodil net tegenover een journalist gaan zitten, stapt er opeens nog iemand het etablissement in Krommenie binnen die beweert een afspraak met hem te hebben. Twee interviews? De FIFA en deze site? De 42-voudig international verkeerde blijkbaar wekenlang in de veronderstelling dat hij met één iemand te maken had. En dat die dan twee verschillende telefoonnummers gebruikte om af te spreken? Ach, er gebeuren wel gekkere dingen, stelt Rep. ,,Twee tegelijk’’, schatert hij. ,,Hoe verzin je het hè.’’
Het is bepaald niet de ideale start voor Rep om uit te leggen dat iemand met zo’n enorme staat van dienst als voetballer maar bitter weinig kansen heeft gekregen in de voetballerij. Zoals het glas Merlot, naast zijn broodje kroket, ook al geen passend antwoord is op de al jarenlang rondzingende verhalen dat de voormalig rechterspits van Ajax, Valencia, Bastia, Saint-Étienne, PEC Zwolle, Feyenoord en Haarlem weleens te diep in het glaasje kijkt. ,,Ach, een glas wijn’’, zegt Rep. ,,Dat heb ik in Spanje geleerd, daar komt de fles op tafel bij het eten hoor. Al die mensen die het beter denken te weten, het zal allemaal wel.’’
We zijn ook niet naar Krommenie afgereisd om Rep de maat te nemen. Integendeel. De man die met Ajax twee keer de landstitel, de nationale beker, twee keer de Europa Cup I, twee keer de Europese Super Cup en de wereldbeker won, heeft eerdaags iets te vieren. Rep is bijna 70 jaar, komende donderdag is het zover. ,,Ik vind er geen ene reet aan’’, zegt hij.
,,Het gaat te snel. Als je eens wist hoe snel het tussen vijftig en zeventig gaat, dan schrik je gewoon. Ja, dan ben je op een gegeven moment wel over de helft hè. En als ik zie wie er de laatste jaren allemaal zijn omgevallen. Keizer, Cruijff, Hulshoff, Suurbier, Rensenbrink. Eerder al Gerrie Mühren. Ja, als je er over na gaat denken, word je heel ongemakkelijk. Ik mankeer niets, maar je denkt er weleens over na hoor. Dat de naam Rep ook een keer in dat rijtje komt.’’
Dat hij niets mankeert, trekt Rep na twee happen van zijn kroket overigens al snel weer in. Twee liesoperaties zorgden niet voor het verdwijnen van zijn klachten. En dus meldde hij zich recent maar weer eens bij de chirurg. Het betekende wel dat hij naar Nederland moest vliegen, want de voormalige aanvaller verblijft zo’n acht maanden per jaar in Spanje, waar zijn vriendin tot voor kort het restaurant Uwe Majesteit in Torremolinos bestierde. ,,Maar voor ik 70 ben geworden, hoop ik weer in Spanje te zitten’’, zegt hij grinnikend. ,,Of ze hier niet iets voor mij organiseren? Ik mag het niet hopen zeg.’’
Toch zou dat niet zo vreemd zijn. Rep, met zeven goals nog altijd de speler met de meeste doelpunten voor het Nederlands elftal op WK’s, is een grote naam in onze voetbalgeschiedenis. Zelfs de FIFA is dus naar Krommenie gereisd, deze keer om over het WK 1974 te praten. Of Rep ondanks de verloren finale toch mooie herinneringen koestert aan dat toernooi in West-Duitsland.
,,Nee, dat is en blijft natuurlijk een enorme kutherinnering’’, zegt hij. ,,We hadden die wereldtitel moeten pakken. Ik blijf erbij dat we die dag genaaid zijn door die Engelse scheidsrechter. Bernd Hölzenbein liet zich vallen, er was niets aan de hand en die eikel gaf een strafschop. En ja, ik kreeg een paar kansen. Die Sepp Maier (Duitse keeper, red.) stond steeds in de weg. De invloed van de zwembadaffaire? Nou, Cruijff heeft geloof ik twee dagen in een telefooncel gestaan om met het thuisfront gerust te stellen, hahaha. In die tijd kon iedereen dat hotel gewoon in en uit lopen. Kan nu niet meer.
,,Kijk, ik lig er nu natuurlijk niet meer letterlijk wakker van, maar die nederlaag in 1974 heeft wel heel lang echt pijn gedaan. Veel meer dan 1978 in Argentinië. Met dat gelul dat Robbie Rensenbrink ons de titel daar had moeten bezorgen. Het was al enorm knap dat Robbie die bal nog tegen de paal kreeg. Nee, vier jaar eerder in München had het moeten gebeuren. Met al die spelers in bloedvorm, dát was de kans.
,,Als er destijds een VAR was geweest, hadden we daar overigens nooit gespeeld. Driemaal raden wie buitenspel ophief tegen de Belgen in de kwalificatiewedstrijd toen Jan Verheyen scoorde. Ik dus. Dat was een geldige treffer, maar gelukkig keurde die scheidsrechter hem af. Anders waren we weer niet op het WK geweest met een geweldige lichting spelers, net als in 1970. Dat hadden we ons best mogen aantrekken.
,,Maar de KNVB ook. Die zetten af en toe trainers voor de groep. Kees Rijvers, Jan Zwartkruis, dat kon eigenlijk niet. Rinus Michels de uitvinder van het totaalvoetbal? Onzin man, dat ontstond gewoon. Door Cruijff, Van Hanegem, Neeskens en die mannen. Er is helemaal niet aan dat soort voetbal gewerkt. Mijn rol? Nou, doelpunten maken, haha. En in beweging zijn als Cruijff de bal had. Wat een ploeg hadden we hè. Toch was de beste voorhoede waar ik ooit in speelde die van Valencia, met de Argentijn Mario Kempes en Carlos Diarte uit Paraguay.’’
Rep tovert op zijn telefoon een foto van het illustere trio tevoorschijn. ,,Ik heb lang gedacht dat die Kempes onze aanvoerder was, maar we dragen hier een rouwband. Geen flauw idee voor wie.’’
In Frankrijk speelde hij onder anderen met Michel Platini, Dominique Rocheteau en Jean-François Larios. ,,De laatste pikte de vrouw van Platini in’’, vertelt Rep geamuseerd. ,,Platini. Kon wel wat hè. Geweldige speler en die vrije trappen, ongekend.’’
De reporter van de FIFA wil van Rep graag horen hoe uniek het was om de beroemde Cruyff-turn tegen Zweden in 1974 van dichtbij mee te maken. Rep haalt zijn schouders op. ,,Wij kenden Johan toch? We zagen dat dagelijks. In het veld liep het geweldig tussen Johan en mij. Als hij die bal niet had geraakt voor de 2-0 tegen Brazilië, dan had ik hem binnengekopt hoor. Ik stond al klaar. Wat een wedstrijd was dat. Zo hard, zo gemeen. Met Van Hanegem, Neeskens en Suurbier hadden we wel jongens die er dan stonden hè. Nee, Cruijff deelde eigenlijk niet uit. Nooit. Hij incasseerde ook niet veel, want hij sprong altijd overal overheen.”
“Op de training heb ik weleens met hem gevochten. Bij Ajax. Ik speelde nog in het tweede elftal, maar trainde dagelijks mee. Mocht ik van trainer Stefan Kovács een maand niet meer bij het eerste elftal meedraaien. Kostte me toch een hoop geld. Cruijff was de allerbeste, maar dat eeuwige wijzen en die voortdurende armgebaren, ik werd er soms knettergek van. Hij was wel de baas hoor, een echte leider. Dat vond ik het verschil met Platini, dat was ook een geweldige speler maar géén geboren leider.’’
Zijn bijnaam Goudhaantje valt. Rep trekt er een zuur gezicht bij. ,,Volgens mij had Sjaak Swart die bijnaam verzonnen. Alsof het mij allemaal kwam aanwaaien. Swart was natuurlijk de rechterspits bij Ajax en ik kwam eraan. Zeiden die jongens vaak expres dat ik zo goed bezig was, daar kon Sjakie niet zo goed tegen, haha. Tijdens de Europa Cup-finale tegen Inter in 1972 in de Kuip bleef ik op de bank. Daar had ik de kolere over in man. In 1973 tegen Juventus stond ik er wel. Ik kan me het moment van de goal nog goed herinneren. Ik sprong zoveel hoger dan Gianpietro Marchetti en kopte die bal langs Dino Zoff. Na afloop droeg ik een shirt van Juve, dat heb ik nog verkocht voor mijn dochter. Ik had de mooiste shirts, zelfs dat van Diego Maradona van de interland tegen de Argentijnen in 1979 in Zwitserland. Waar het gebleven is, geen idee. Maar het is allemaal weg.
,,Maar de herinneringen zijn er nog hoor. Die 6-0 winst met Saint-Étienne tegen PSV. Maar ook de verloren dubbele finale tegen PSV met Bastia. Maar ook mijn laatste jaren bij PEC Zwolle en Feyenoord. Wij hadden een familiebedrijf, een fruithandel. Als jonge jongen werkte ik mee. Ik kwam vaak in Rotterdam en vond Feyenoord als jonge jongen zó mooi. Maar het werd Ajax voor mij. Later kwam ik dan toch nog bij Feyenoord terecht, maar ik kon er mijn draai nooit vinden. Gek is dat hè. Voetbal heeft me veel gebracht. Veel gekost ook? Nou, van dat elftal uit 1974 is zo’n beetje iedereen gescheiden. Dat kwam ook door die trainingskampen joh, bij Valencia was je voor elke uitwedstrijd vier dagen van huis. Niet te doen.’’
Rep ritst zijn jas dicht. Het logo van Cruyff Sports is duidelijk te zien. ,,Ja, Cruijff. Is maar 68 jaar geworden. Dus ik moet blij zijn met 70, maar zo voelt het niet. Ik vind er helemaal niets aan. Ik wil nog wel even mee. Ja, ook om voetbal te kijken. Laatst Ajax tegen Borussia Dortmund in Amsterdam. Dat was toch schitterend. Ja, dat is voetbal. Niet dat slaapverwekkende rondtikken.
,,Je moet de mensen iets bieden. Dat deden we met Ajax, Oranje, Bastia en zeker ook Saint-Étienne. Als ik die club bel en zeg dat ik kom, maken ze een plekje vrij naast de voorzitter. Ze betaalden mij daar ooit met zwart geld en dat wist ik niet. De fiscus heeft twee bungalows van mij afgepakt. Ik durfde lang niet door Frankrijk te reizen. Maar dat is gelukkig allemaal voorbij. Kan ik toch af en toe even naast die voorzitter neerploffen, hahaha.’’