Eerste profcontract Johan Cruijff: 35.000 gulden per jaar en vlaggen indien nodig.
Dick Sintenie 24-08-22, 11:50
In 1967 tekende de toen net 20 jaar geworden Johan Cruijff een 4-jarig contract bij Ajax, dat op voorspraak van trainer Rinus Michels overging op full professionalisme. De papieren overeenkomst ligt op een zolder in het Gelderse Beneden-Leeuwen. Het hoort natuurlijk in een museum, zegt de trotse eigenaar.
Het contract is een beetje vergeeld maar verkeert in goede staat. Op de laatste pagina staan de handtekeningen van de betrokken partijen. De signatuur van Johan Cruijff is duidelijk herkenbaar, net als die van Jan Westrik, toenmalig secretaris van Ajax. Daarboven staat, in het groen, een andere handtekening. ,,Die is van mijn vader”, zegt Michael van Praag, zoon van oud-voorzitter Jaap van Praag. ,,Met die zwierige J. En ik weet dat mijn vader een tijd met groene inkt heeft geschreven.”
Ook de handtekening van Cruijff is in het groen. Hij heeft vermoedelijk de pen van de voorzitter geleend om zijn contract te ondertekenen.
Andries van Beek nam de voetbalverzameling van zijn onlangs overleden vader over: honderden boeken en naslagwerken, kicksen van Abe Lenstra, gesigneerde wedstrijdballen van oud-arbiter John Blankenstein en het Ajaxshirt van Dennis Bergkamp uit het seizoen 1992-1993. Daartussen ook het contract van Cruijff. De echtheid van het document is niet vastgesteld. Van Beek: ,,Ik weet dat er in elk geval één ander exemplaar van deze overeenkomst bestaat, maar die is volledig zwart wit, inclusief de handtekeningen. Dus ik denk dat dat een kopie is en dat ik het origineel in mijn bezit heb.”
Het contract uit 1967 is niet de eerste verbintenis die Cruijff met Ajax heeft gesloten. In 1963 kwam hij al een contract met de club overeen, maar dat was als semi-prof. Cruijff was toen 16 jaar en net gedebuteerd in het eerste elftal.
De komst van Rinus Michels als trainer, januari 1965, veranderde veel. Michels wilde doordeweeks vaker over zijn voetballers beschikken dan de drie keer die hij ze onder zijn hoede had. Hij schafte al snel de avondtrainingen in De Meer af. Hij introduceerde oefensessies in de middag en later ook in de ochtend. Vanwege de arbeid elders werden echter niet alle trainingen door alle spelers bezocht.
Voetballers van Ajax waren in 1965 namelijk ook onderwijzer (Klaas Nuninga), eigenaar van een sportzaak (Ton Pronk) of sigarenzaak (Sjaak Swart, Bennie Muller) of medewerker van een verzekeringsbedrijf (Theo van Duivenbode). Ook Michels zelf had als gymleraar aanvankelijk slechts halve dagen de tijd voor de club.
De transitie van semi- naar fullprofclub verliep met horten en stoten. Niet alleen was er in de spelersgroep weerstand tegen de toegenomen trainingsuren, ook durfden spelers hun baan niet zomaar op te zeggen. Muller had in zijn zaak hulp van zijn vrouw Nellie, Pronk huurde personeel in, maar onderwijzer Nuninga wilde zijn baan voor de klas niet zomaar opgeven voor het onzekere bestaan van profvoetballer.
,,Als onderwijzer verdiende ik echter 7000 gulden per jaar en als full-prof kon ik 25.000 gulden opstrijken. Uiteindelijk ben ik overstag gegaan. Als ik zwaar geblesseerd zou raken, had ik met mijn diploma altijd iets om op terug te vallen.”
Johan Cruijff, Piet Keizer, Co Prins en Henk Groot durfden de stap als eerste aan. Zonder pensioenvoorziening en zonder noemenswaardige diploma’s accepteerden ze het aanbod van Ajax om alleen maar voetballer te zijn. Michels deed hetzelfde. Een half jaar na zijn entree bij Ajax zegde de trainer zijn baan op.
Cruijff tekende in 1967 voor een bedrag van 35.000 gulden per jaar. Daar kwamen nog wedstrijdpremies bij. Bij gelijkspel een premie van 500 gulden, bij overwinning een premie van 1000 gulden. Plus een kampioenspremie van 5000 gulden voor de spelers die ten minste 25 competitiewedstrijden hadden meegedaan.
Uit de bijlagen van het contract blijkt duidelijk dat Ajax de stap naar het professionalisme maakt: ‘De trainingen vinden plaats 4 maal per week (overdag) of zoveel maal meer als de trainer noodzakelijk acht.’ Ook heeft de speler de plicht zijn voetbalmateriaal (in bruikleen) ‘goed te onderhouden’. En bij uitwedstrijden wordt gereisd per trein, touringcar of vliegtuig. ‘De speler dient zich voor een wedstrijd, met het oog op volledige concentratie, geheel afzijdig te houden van familieleden en/of kennissen.’
Artikel 5 van de bijlage geeft fraai het tijdsbeeld weer: ‘Indien nodig is een reserve-speler verplicht zich als grensrechter beschikbaar te stellen. Hij onttrekt zich hierdoor niet aan de bepalingen genoemd in artikel 1 en 19.’ Daarin is opgenomen dat Ajax van zijn voetballers in loondienst voorbeeldig en sportief gedrag eist. Wie zich daar niet aan houdt, wacht een disciplinaire straf of een boete ten hoogste van 10 procent van het vaste salaris.
Zet dat eens af tegen de contracten en de salarissen van de profvoetballers nu, om nog maar te zwijgen van de perverse transfersommen die worden betaald. Van Beek: ,,Dat maakt dit contract van een van ’s werelds grootste voetballers zo bijzonder. Ik ben benieuwd waar het vandaan komt: van Ajax, van Cruijff of wellicht uit de archieven van de KNVB. Ik heb de afdeling erfgoed van Ajax al aangeschreven. Het is bijna zonde dat het document op een Gelderse zolderkamer blijft liggen.”