TelegraafSpelers zonder bal zijn belangrijker
door Johan Cruijff
amsterdam - M’n vakantie loopt ten einde, toch ben ik hier drie weken lang uitstekend geïnformeerd over het internationale voetbal. Elke ochtend krijg ik keurig De Telegraaf van dezelfde dag en op de tv worden de meeste belangrijke wedstrijden live uitgezonden.
Zo heb ik net naar Sheffield United-Manchester City voor de FA Cup zitten kijken. Dus een team uit de tweede divisie tegen een ploeg uit de Premier League. Terwijl ik naar de wedstrijd zat te kijken, moest ik steeds meer aan Nederland denken. Waar we het tegenwoordig steeds vaker over zaken als inzet, de lange bal en 4-4-2 hebben. Precies zoals de meeste Engelse clubs dat al jaren doen.
Tijdens Sheffield-Manchester kon je goed zien wat daar de gevolgen van kunnen zijn. Het was typisch zo’n wedstrijd waarin de kleine club er 110% inzet tegenaan gooit en de grote club er niet helemaal met de gedachten bij is. Maar omdat Manchester meer met de voeten en het lichaam, dan het verstand voetbalt, kon de ploeg deze keer op weinig terugvallen. Daarom won Sheffield uiteindelijk.
Hetzelfde gebeurt de laatste tijd ook in Nederland. In het verleden kwamen wij altijd prima voor de dag tegen de Engelsen, omdat we ze met ons verstand aanpakten. Zo is algemeen bekend dat ze achterin met vier verdedigers één op één spelen, dus haalden we vaak onze spits naar achteren, waardoor de tegenstander gedwongen werd om positioneel te gaan verdedigen. Dat viel ze vaak niet mee en zo wisten de Nederlandse clubs regelmatig grote Engelse clubs te verrassen.
Helaas is dat voetballen met verstand in ons land meer en meer vervangen door inzet en looplijnen. Met als gevolg dat de grote clubs steeds kwetsbaarder worden tegen ploegen die qua inzet een topdag hebben.
Kom ik voor de zoveelste keer terug op m’n stelling, dat de opleiding echt anders moet. Jonge spelers moeten vanuit zichzelf weten, dat tijdens de opbouw altijd de tweede en niet de eerste man aangespeeld moet worden. Dat zie je nauwelijks nog, waardoor je al die breedtepasses en terugspeelballen ziet.
In de hand gewerkt door het inspelen van de bal op de eerste of dichtstbijzijnde man, die door alle tegenstanders om hem heen vaak gedwongen wordt de bal weer op dezelfde medespeler terug te spelen, waardoor de tegenstander heel makkelijk extra druk op je verdediging kan zetten.
Speel je de zogenaamde tweede man aan, dan heb je bij balverlies een buffer van twee linies. Bovendien heeft die speler vaak een beter overzicht van de vrijlopende mensen. Dat is ook iets wat teveel uit het oog wordt verloren. Niet de man aan de bal is het belangrijkste, maar juist de man zonder bal. Van de één heb je er maar één en van de ander heb je er tien. De manier waarop die tien bewegen bepaalt het niveau van je positiespel. Het simpele feit dat we in Nederland problemen met het positiespel hebben is daarom terug te voeren op de manier waarop de mensen zonder bal lopen.
Maar als ik zie hoe Ajax, toch de club van de opleiding, in een jaar tijd zo’n acht dertigers heeft gekocht dan is dat een veeg teken. Een signaal, dat er blijkbaar onvoldoende kwaliteit vanuit de opleiding wordt afgeleverd. Waarvan jongens, die zelfs het Nederlands elftal halen, niet weten hoe ze aan de binnenkant moeten dekken.
Dat gat wordt intussen gedicht door allemaal spelers van boven de dertig te halen. Een paar is natuurlijk geen probleem, maar van de huidige situatie word ik niet bepaald vrolijk.
De jeugdopleiding moet beter, anders komt Ajax er nooit bovenop. Je kunt blijven schuiven met directeuren, maar feit is, dat we de spelers die nu doorkomen veel gebreken hebben, terwijl Ajax het juist van de eigen jeugd moet hebben.