Wetenschappelijk bewijs: strafschopseries loterij
Geplaatst: ma jun 28, 2010 8:38 am
www.volkskrant.nlWetenschappelijk bewijs: strafschopseries loterij
Van onze medewerker Michiel de Hoog
AMSTERDAM - Het is algemeen bekend dat Nederland een strafschoptrauma heeft. Het Nederlands elftal verloor penaltyseries op de EKs van 1992, 1996, en 2000, en op het WK van 1998. Allerlei verklaringen zijn hiervoor aangedragen: de spelers zouden niet trainen op de strafschoppen, ze zouden te weinig tijd nemen. En Nederlanders zouden niet zo koelbloedig zijn als Duitsers of Brazilianen.
Een vooraanstaande econoom zegt nu echter: Nederland heeft helemaal geen strafschopsyndroom. Dat jullie die wedstrijden hebben verloren, is waarschijnlijk gewoon toeval, en bovendien toe te schrijven aan jullie kwaliteit. Nederland kwam tenminste in de positie om strafschoppen te nemen. ‘Het is een psychologisch syndroom, vooral gecreëerd door de media.’
Deze econoom is de prof. Ignacio Palacios-Huerta, verbonden aan de prestigieuze London School of Economics. Palacios-Huerta is ook voetballiefhebber en heeft naam gemaakt met zijn publicaties over voetbal. In 2003 schreef hij het artikel Professionals Play Minimax. Aan de hand van strafschoppen toonde hij voor het eerst het minimax-principe aan van de vader van de speltheorie, John von Neumann, met gegevens uit de ‘echte wereld’.
Volmaakte speltheoretici
In gewoon Nederlands: Palacios-Huerta ontdekte dat vrijwel alle strafschopnemers hun hoeken zo afwisselen, dat hun kans op een doelpunt voor beide hoeken gelijk is. Iedere speler heeft een sterkere, natuurlijke hoek, maar het zou onverstandig zijn om altijd die kant op te schieten, want dan weet de keeper het ook. Vandaar dat ze een balans zoeken, die gemiddeld neerkomt op 60 procent sterke hoek, 40 procent zwakke hoek. Voetballers bleken – intuïtief – volmaakte speltheoretici.
Zijn conclusies baseerde Palacios-Huerta op onderzoek naar 1.417 strafschoppen die zijn genomen in Italië, Spanje en Engeland tussen 1995 en 2000. Sindsdien is hij strafschoppen blijven registreren: waar de spelers hem schoten, waarheen de keepers doken, de hoogte, snelheid en het resultaat. Meer dan 9.000 strafschoppen heeft hij nu in zijn archief.
Het bewerkstelligen van een internationale wetenschappelijke doorbraak was natuurlijk fijn. Maar het leek Palacios-Huerta ook wel wat om belangrijke wedstrijden te beïnvloeden. Via een wederzijdse vriend was hij in contact gekomen met Chelsea-coach Avram Grant, aan wie hij voor de Champions League-finale van 2008 tussen Manchester United en Chelsea een rapport stuurde.
Natuurlijke hoek
Zo dook de keeper van United, Edwin van der Sar, volgens Palacios-Huerta’s database te vaak naar de natuurlijke kant van de schutter. De spelers van Chelsea moesten dus in hun niet-natuurlijke hoek schieten. Cristiano Ronaldo schoot te vaak in zijn natuurlijke hoek als hij in zijn aanloop even bleef stilstaan. En als Chelsea de toss won, moesten ze ervoor kiezen te beginnen, want de ploeg die begint, wint in 60 procent van de gevallen, zoals Palacios-Huerta al eerder met een collega had uitgezocht.
Chelsea verloor de toss. Daarna volgden de spelers Palacios-Huerta’s aanbevelingen op, en schoten en scoorden ze de eerste zes strafschoppen in de ‘onnatuurlijke’ hoek (Van der Sar dook steeds verkeerd). Toch verloor Chelsea, omdat John Terry bij zijn strafschop uitgleed en Nicolas Anelka in zijn natuurlijke hoek schoot.
Ook al doe je alles goed, dan nog kun je penaltyseries verliezen, zegt Palacios-Huerta. Geluk of pech spelen een grote rol en het is daarom niet onwaarschijnlijk dat een ploeg vier strafschoppenseries op rij verliest, zoals Nederland deed (tot het EK 2004). ‘Op basis van vier series kun je niet de conclusie trekken dat een elftal een probleem heeft met strafschoppen. De steekproef is veel te klein voor welke conclusie dan ook.’
Loterij
Met andere woorden: strafschopseries zijn voor het grootste deel dus wél een loterij. De vele psychologische adviezen die de afgelopen jaren zijn gegeven – zoals ‘neem je tijd’, ‘kijk de keeper niet in de ogen’ – overtuigen Palacios-Huerta allerminst. Wat je wel kunt doen: research doen en daarnaar handelen, om zo de kans in de loterij groter te maken.
Of voetbalbonden in zulk advies geïnteresseerd zijn? Ook tot zijn eigen verrassing heeft Palacios-Huerta geen verzoeken meer gehad, hoewel zijn werk is beschreven in The New York Times en de Financial Times. ‘Wel sta ik in verbinding met een belangrijk team op het WK.’
Hij wil niet zeggen om welk team het gaat. Maar het lijkt erop dat Spanje behalve een oneerlijke overdaad aan talent nog een voordeel heeft ten opzichte van andere ploegen.