Doping in de sport
Geplaatst: vr dec 21, 2018 11:14 am
Voormalig sportarts Michel Karsten stelt dat hij begin jaren negentig tien schaatsers over anabole steroïden heeft geïnformeerd en een viertal ook daadwerkelijk een injectie heeft toegediend.
Karsten, die onlangs op 76-jarige leeftijd overleed, noemt in de Volkskrant - wat zijn laatste interview bleek te zijn - geen namen. Wel zegt hij dat het mannen waren.
"Ze deden mee aan EK's en WK's. En ze kwamen ongeveer in dezelfde periode bij me. Begin jaren negentig", vertelt de oud-arts, die vrouwen het gebruik van anabole steroïden afraadde.
"Het kan onomkeerbare gevolgen hebben voor vrouwen. Ze kunnen er onvruchtbaar van worden, ze krijgen een lagere stem en lichaamsbeharing op vreemde plaatsen. Als dat eenmaal gebeurt, is dat niet terug te draaien. Later hoorde ik dan weleens dat vrouwen het toch hadden gedaan. Maar dat waren er enkelen."
Volgens Karsten kwamen de schaatsers één voor één bij hem en probeerde hij ze er aanvankelijk van te overtuigen om géén doping te gebruiken. Ze kwamen onafhankelijk van elkaar en nooit met zijn tweeën. Ik denk dat ze bij me kwamen via mond-tot-mondreclame. Ze kenden me van horen zeggen", vertelt hij.
"Als ik er na een aantal keer van overtuigd raakte dat ze sowieso zouden gaan gebruiken, dan vond ik dat ik de plicht als dokter had om hen te helpen. Als ik dat niet zou doen, zouden ze het spul op de zwarte markt gaan halen. En dat is de grootste rotzooi. Had ik hen dan willens en wetens aan dat gevaar bloot moeten stellen? Wat voor een dokter was ik dán geweest?"
Interview vormt nieuw hoofdstuk in onderzoek
Het interview met Karsten is een nieuw hoofdstuk in het onderzoek van de Volkskrant naar dopinggebruik in de schaatssport. De krant deed een jaar onderzoek en kwam woensdag al met een verhaal waarin twee schaatsers stellen dat hun in de jaren tachtig doping werd aangeboden door KNSB-arts Rob Pluijmers.
Eind november verscheen er al een publicatie in de Volkskrant waarin stond dat de schaatsbond in 1985 diefstal van urinestalen van schaatssters Ria Visser en Yvonne van Gennip uit een dopinglab zou hebben verzwegen. Ook daar zou Pluijmers bij betrokken zijn.
Bij de publicatie van dat verhaal liet weten de Volkskrant al weten dat het in het afgelopen jaar naar aanleiding van een tip onderzoek deed naar doping in de schaatssport en dat het onderzoek heeft geresulteerd in "een aantal verhalen die de komende periode worden gepubliceerd".
'Er is totale gekte ontstaan'
Oud-dopingarts Karsten zei in maart 1992 in een interview op televisie al eens dat hij werd bezocht door 150 tot 175 topsporters die meer wilden weten over doping. Naast schaatsers zouden dat atleten, judoka's, wielrenners, kracht- en vechtsporters zijn.
Het leidde tot veel opschudding, maar ook tot meer bezoek van sporters in zijn praktijk, zegt Karsten in het interview met de Volkskrant. De schaatsers haakten toen echter af. "Te gevaarlijk. Ik was besmet", aldus de voormalige arts, die vertelt zich te ergeren aan de dopingdiscussie.
"Er is een totale gekte ontstaan. Van de ene kant is de dopingrepressie enorm. En van de andere kant is de druk om te presteren zó groot. En het wordt alleen maar erger. Het is niet te bestrijden. Daarom ben ik er ook mee gestopt."
Karsten, die onlangs op 76-jarige leeftijd overleed, noemt in de Volkskrant - wat zijn laatste interview bleek te zijn - geen namen. Wel zegt hij dat het mannen waren.
"Ze deden mee aan EK's en WK's. En ze kwamen ongeveer in dezelfde periode bij me. Begin jaren negentig", vertelt de oud-arts, die vrouwen het gebruik van anabole steroïden afraadde.
"Het kan onomkeerbare gevolgen hebben voor vrouwen. Ze kunnen er onvruchtbaar van worden, ze krijgen een lagere stem en lichaamsbeharing op vreemde plaatsen. Als dat eenmaal gebeurt, is dat niet terug te draaien. Later hoorde ik dan weleens dat vrouwen het toch hadden gedaan. Maar dat waren er enkelen."
Volgens Karsten kwamen de schaatsers één voor één bij hem en probeerde hij ze er aanvankelijk van te overtuigen om géén doping te gebruiken. Ze kwamen onafhankelijk van elkaar en nooit met zijn tweeën. Ik denk dat ze bij me kwamen via mond-tot-mondreclame. Ze kenden me van horen zeggen", vertelt hij.
"Als ik er na een aantal keer van overtuigd raakte dat ze sowieso zouden gaan gebruiken, dan vond ik dat ik de plicht als dokter had om hen te helpen. Als ik dat niet zou doen, zouden ze het spul op de zwarte markt gaan halen. En dat is de grootste rotzooi. Had ik hen dan willens en wetens aan dat gevaar bloot moeten stellen? Wat voor een dokter was ik dán geweest?"
Interview vormt nieuw hoofdstuk in onderzoek
Het interview met Karsten is een nieuw hoofdstuk in het onderzoek van de Volkskrant naar dopinggebruik in de schaatssport. De krant deed een jaar onderzoek en kwam woensdag al met een verhaal waarin twee schaatsers stellen dat hun in de jaren tachtig doping werd aangeboden door KNSB-arts Rob Pluijmers.
Eind november verscheen er al een publicatie in de Volkskrant waarin stond dat de schaatsbond in 1985 diefstal van urinestalen van schaatssters Ria Visser en Yvonne van Gennip uit een dopinglab zou hebben verzwegen. Ook daar zou Pluijmers bij betrokken zijn.
Bij de publicatie van dat verhaal liet weten de Volkskrant al weten dat het in het afgelopen jaar naar aanleiding van een tip onderzoek deed naar doping in de schaatssport en dat het onderzoek heeft geresulteerd in "een aantal verhalen die de komende periode worden gepubliceerd".
'Er is totale gekte ontstaan'
Oud-dopingarts Karsten zei in maart 1992 in een interview op televisie al eens dat hij werd bezocht door 150 tot 175 topsporters die meer wilden weten over doping. Naast schaatsers zouden dat atleten, judoka's, wielrenners, kracht- en vechtsporters zijn.
Het leidde tot veel opschudding, maar ook tot meer bezoek van sporters in zijn praktijk, zegt Karsten in het interview met de Volkskrant. De schaatsers haakten toen echter af. "Te gevaarlijk. Ik was besmet", aldus de voormalige arts, die vertelt zich te ergeren aan de dopingdiscussie.
"Er is een totale gekte ontstaan. Van de ene kant is de dopingrepressie enorm. En van de andere kant is de druk om te presteren zó groot. En het wordt alleen maar erger. Het is niet te bestrijden. Daarom ben ik er ook mee gestopt."